Een Kaart van het Lange Nu

-

👋 Hallo, Ed en Chris hier. Het hier en nu is een moment dat eeuwen beslaat. In deze nieuwsbrief schrijven we over historische onderstromen, maatschappelijke denkramen, speculatieve verbeeldingen en onderbouwde toekomstscenario’s.

Van Denkraam naar Toekomstverhaal

Afgelopen week hebben we een scenario-workshop verzorgd waarin we ons historisch-futuristische denkraam hebben gebruikt. Dit was best een spannende keuze voor ons. Normaal gesproken houden we ons denkraam op de achtergrond, slechts als vertrekpunt voor de scenario’s waarmee we het gesprek aangaan.

De voornaamste reden hiervoor is dat we het denkraam vaak een te groot kader vinden. We zijn bang dat even duizend jaar terug- en honderd jaar vooruitkijken te veel vragen en weerstand oproept. Daarnaast visualiseren we het denkraam als een soort matrix. Daardoor is het voor ons soms lastig om het te vertellen als een lineair verhaal. Dat wordt versterkt door het work-in-progress karakter ervan, het denkraam is namelijk continu in ontwikkeling.

Tegelijkertijd denken we dat het denkraam een enorme bijdrage kan leveren in de manier waarop we onszelf begrijpen (zowel als samenleving en als individu) en in de manier waarop we de hedendaagse transitie navigeren. Want tijden van grote onzekerheid hoeven niet alleen tijden van angst te zijn. Het kunnen ook tijden van hoop zijn, van belofte, van verbetering. Wij geloven dat het denkraam een kaart kan zijn waarmee we routes kunnen uitzetten naar een betere toekomst, voor onszelf en de planeet. Dat was in ieder geval de ambitie waarmee we ’m hebben gemaakt.

En daarom willen we hem vaker delen. Zodat anderen er ook oplossingsgerichte scenario’s mee kunnen ontwikkelen. Maar hoe?

We zullen het antwoord op die vraag al doende moeten ontdekken. We gaan ’m vaker proberen in te zetten, op verschillende manieren en in allerhande contexten, waarna we gewoon eens gaan kijken wat de reacties zijn, wat het effect is.

Deze week begonnen we daar zoals gezegd mee, tijdens een korte inspiratiesessie voor een strategiemeeting. We stelden onze drie historisch-futuristische archetypen aan ze voor via een portret. Vervolgens legden we een ‘kaart’ op tafel waaraan we konden refereren in het gesprek en waarmee we het gesprek in banen konden leiden. We kregen onmiddellijk interessante feedback.

Onze ‘kaart’ van de drie historisch-futuristische archetypen en hun kennistradities kan je hier bekijken en als PDF (A0, 10MB) downloaden en printen. Misschien leuk voor aan de muur in de board room of voor op de toiletdeur. Je kan ‘m verkleinen tot A2, kleiner dan dat wordt het een beetje onleesbaar.

Ten eerste werd opgemerkt dat we, door de Homo Nobilis, Homo Economicus en Homo Romanticus in een chronologische volgorde te zetten, daarmee ook suggereerden dat de Westerse geschiedenis een lineair pad volgt, van onderontwikkeld naar ontwikkeld. Dat idee wordt versterkt door de archetypen te vergelijken met een soort Maslow-piramide, met op de bodem fysieke veiligheid en in de punt emotionele veiligheid. Daar zit een impliciet waardeoordeel in van ons verleden of van culturen die nu nog steeds vergelijkbaar zijn met bijvoorbeeld de Homo Nobilis.

Hoewel we heel duidelijk voelen dat we geen waardeoordeel hebben naar de archetypen of de ontwikkeling die ze aangeven – daarvoor zijn we ons veel te bewust van de potentiële ecologische en klimatologische cul-de-sac waarin we onszelf hebben gemaneuvreerd – snappen we heel goed dat dit zo overkomt. We zijn immers allemaal opgegroeid en opgevoed met lineair denken. Hier moeten we dus aan werken, in onze presentatie van de archetypen.

Ten tweede werd opgemerkt dat de Homo Romanticus en de Homo Nobilis erg op elkaar lijken. Dit vinden wij zelf ook. (En dat vindt de Homo Romanticus, die zich graag verhoudt tot een totaal geromantiseerd beeld van de Middeleeuwen, overigens ook.) Toch zijn er een aantal wezenlijke verschillen, die we dus beter moeten benadrukken.

Zo is de ‘bron van waarheid’ van de Homo Nobilis de bovenwereld en die van de Homo Romanticus de binnenwereld. Nu zal iedere zichzelf respecterende mysticus je vertellen dat die twee dingen een en hetzelfde zijn, maar maatschappelijk vertalen ze toch naar andere praktijken en instituties. Dat komt ook omdat de Homo Romanticus voortbouwt op de wereld van de objectieve kennistraditie van de Homo Economicus. Dat doet de Homo Nobilis niet, en dat maakt een groot verschil.

Romantische dichters en kunstenaars verheerlijkten in de 19de eeuw Middeleeuwse cultuur. Zoals hier in John Williams Waterhouse zijn verbeelding uit 01893 van ‘La Belle Dame sans Merci‘, een gedicht van John Keats uit 01819.

Dat gezegd, zijn de Homo Nobilis en de Homo Romanticus allebei erg subjectief. Alleen is de eerste magisch-subjectief en de tweede toch meer objectief-subjectief (bij gebrek aan een beter woord). Maar het punt is duidelijk: we moeten een scherper contrast aanbrengen tussen de twee archetypen.

De portretten die we tijdens de sessie voor de archetypen gebruikten zagen er als volgt uit:

Ontmoet de Homo Nobilis

De Homo Nobilis is het archetype dat boven alles zoekt naar fysieke veiligheid, naar een veilige gemeenschap.

Hij vertegenwoordigt de dominante kennistraditie in de Middeleeuwen, het tijdperk van het gesproken woord.

In dat tijdperk moesten mensen elkaar fysiek ontmoeten om informatie uit te wisselen. Deze beperking bepaalde hun mens- en wereldbeeld en hun vermogen om de wereld te ordenen.

Alles draaide in de wereld van de Homo Nobilis om ontmoeting. In elkaars nabijheid moesten ze elkaar leren kennen en vertrouwen, zodat ze de uitgewisselde informatie op waarde konden schatten. En bij gebrek aan betrouwbare informatie, wat eigenlijk altijd het geval was, gaf de Homo Nobilis zich noodgedwongen over aan het lot, of de wil van God.

De wereld van de Homo Nobilis was klein. Alles draaide om persoonlijke banden; om verwantschap en om vriendschap, en om persoonlijke trouw. In deze wereld waren persoonlijke eigenschappen als eerlijkheid, moed, het vertrouwen in God en, vooral, loyaliteit belangrijk. Alles draaide om fysieke kracht en de kracht van iemands karakter.

Doordat de informatievoorziening werd bepaald door het gesproken woord, was de stroom informatie waarop de mensen hun handelen bepaalden onregelmatig en van lage kwaliteit. Omdat de kwaliteit en de kwantiteit van de informatievoorziening bepaalt hoeveel complexiteit een samenleving aankan, was het indertijd onmogelijk om gelaagde maatschappelijke instituties te bouwen.

Fysieke veiligheid en rechtvaardigheid waren in de wereld van de Homo Nobilis daarom de grootste uitdagingen. Degene die fysieke veiligheid kon garanderen, degene die je op zijn woord kon vertrouwen, die kreeg de meeste sociale status. Dit vertaalde zich naar allerlei krijgshaftige en nobele normen en waarden.

Machtsstructuren waren in de wereld van de Homo Nobilis dus heel persoonlijk. Ze waren enerzijds gebaseerd op persoonlijk vertrouwen en familiebanden en anderzijds op het opleggen van je wil aan anderen. Dit laatste gebeurde door geweld of de dreiging van geweld.

De Homo Nobilis gelooft boven alles in kracht (of macht) en in de manifestatie van kracht. Dat is ook wat glorie betekent: de zichtbare of voelbare manifestatie van pure kracht. Kracht die de Homo Nobilis als intrinsiek magisch ervaart, als iets wat voortkomt uit mensen of uit goddelijke wezens. Zelfs natuurkrachten waren magische manifestaties in zijn beleving, voortkomend uit de wil van God.

NB: Voor een eigentijdse kennismaking met de Homo Nobilis lees ‘Poetins Rusland in het Lange Nu‘. Nog altijd actueel een jaar naar dato.

Ontmoet de Homo Economicus

De Homo Economicus zoekt boven alles naar economische veiligheid, en wil thuiskomen in de materiële buitenwereld, het universum.

Vanaf 1450 maakte de persoonlijke en magische kennistraditie van de Homo Nobilis langzaam plaats voor een universelere en objectievere kennistraditie. Dit was de kennistraditie van de Homo Economicus. In tegenstelling tot het mens- en wereldbeeld van de Homo Nobilis was dat van de Homo Economicus gebaseerd op het geschreven woord.

Rond 1450 werd namelijk de boekdrukkunst uitgevonden. Informatie werd opeens schaalbaar, waardoor ook vertrouwen schaalbaar werd. 

De Homo Economicus leerde lezen en schrijven. Hij leerde te vertrouwen op boeken, kranten, kaarten, bankbiljetten en wetboeken. De Homo Economicus was ook een stadsmens. Hij woonde tussen mensen die hij niet per se goed kende, maar die hij toch op een bepaalde manier vertrouwde. Hij vertrouwde op geschreven wetten die een bepaalde orde handhaafden.

Door de influx van kranten, boeken en tijdschriften ontstond er ook een publiek domein. Een geschreven ruimte die mensen een gemeenschapsgevoel gaf met andere lezers. Lezers die ze niet persoonlijk kenden maar met wie ze een mens- en wereldbeeld deelden dat hen gegeven werd in boeken en kranten en in zee- en landkaarten. Want de Homo Economicus was ook een ontdekkingsreiziger.

Om alle nieuwe informatie te ordenen ontwikkelde de Homo Economicus een wetenschappelijke kennistraditie waardoor hij een objectief, universeel en mechanisch mens- en wereldbeeld kreeg. De magische wereld van zijn voorouders verdween naar de achtergrond. Dat verwierp de Economicus als kinderlijk bijgeloof. De Homo Economicus geloofde in natuurwetten en in een natuurlijke ordening, die zich op een of andere manier moesten vertalen naar een maatschappelijke ordening en goed gedrag. Hij geloofde in nut, efficiëntie en wetenschap.

Het geschreven woord maakte informatie schaalbaar en dat stelde de Homo Economicus in staat om complexe organisaties op te tuigen. Zoals bureaucratieën die werden bevolkt door professionals, door mensen die geletterdheid, deskundigheid, objectiviteit en onpartijdigheid als werkethos hadden omarmd. Deze organisaties, vol vastgelegde kennis, zorgden ervoor dat de Homo Ecomicus nog meer kennis kon vergaren en de wereld naar zijn hand kon zetten. 

De Homo Economicus begon ook steeds meer in zichzelf te geloven. De mens kreeg een steeds centralere rol in zijn wereld en God kwam steeds verder weg te staan, werd steeds abstracter. Koningen die regeerden met het mandaat van God, daar kon hij niets mee. De Homo Economicus bouwde liever een democratische rechtstaat, dat de fysieke veiligheid borgde waar men al zolang naar op zoek was.

Als de Homo Economicus dan ook ergens een hekel aan had, dan was het aan de willekeur van een door God bezeten dictator. De Homo Economicus wilde duidelijke wetten die voor iedereen golden, want alle mensen waren gelijk. Het recht van de sterkste was het rechtsmiddel van onbeschaafde barbaren.

De groeiende controle over de materiële wereld vertaalde zich in economische rijkdom. Naarmate fysieke veiligheid steeds meer werd gegarandeerd door de rechtstaat, werd economische veiligheid belangrijker. Was sociale status in de wereld van de Homo Nobilis afgeleid van fysieke en karakteristieke eigenschappen, het liefst geërfd, dan was sociale status in de wereld van de Homo Economicus afgeleid van eigendommen, het liefst self-made. De wereld van de Homo Economicus werd daarom rijker en rijker.

NB: Maak kennis met het werkethos van de Homo Economicus en waarom deze vandaag onder druk staat in ‘Een Requiem voor de Professional‘.

Ontmoet de Homo Romanticus

De Homo Romanticus is het archetype dat boven alles wil thuiskomen in de emotionele binnenwereld, dat wil samenvallen met zichzelf.  

Toen de wereld rijker werd en meer belezen, maakte, ergens in de 18de eeuw, de Homo Romanticus zijn opwachting. Dat gebeurde ongeveer gelijk met de eerste theoretische verkenningen van de binaire computer, het geactiveerde woord. De Homo Romanticus betwijfelde of het objectieve en wetenschappelijke mens- en wereldbeeld van de Homo Economicus volstond. 

De Homo Romanticus geloofde niet dat de koude, mechanische en alleen wiskundig kenbare buitenwereld ons de antwoorden kon verschaffen waarmee we een betekenisvol leven konden leiden. Volgens de Homo Romanticus kon men alleen een volledig leven leiden door naar binnen te kijken. In de subjectieve binnenwereld lag een individuele moraliteit verborgen die als leidraad kon dienen voor persoonlijke keuzes, waaruit weer creativiteit voortvloeide en scheppingsdrang en die uiteindelijk leidde tot een diepe intrinsieke schoonheid. Kunst. 

De Homo Romanticus draaide het mens- en wereldbeeld van de Homo Economicus dus op zijn kop. De buitenwereld moest worden vormgegeven door de vrije wil die voortkwam uit de subjectieve ervaring. Niet God was de bron van alle waarheid, of de natuurwetten, maar het menselijke bewustzijn. De Romantiek vond het concept individu uit, wat langzaam leidde tot de individualisering van de samenleving.

In de loop van de 19de en 20ste eeuw, toen de Moderne verzorgingsstaat langzaam maar gestaag vorm kreeg, begon de Homo Romanticus zich te realiseren dat rijkdom niet de zin was van het leven. Eigendom en kennis waren middelen, geen doeleinden op zich. Ze verschaften comfort, geen zingeving. Ze waren slechts de instrumenten waarmee het individu zijn creativiteit kon laten gelden.

Bovendien begon de Homo Romanticus zich ook te realiseren dat de focus op efficiëntie, nut en rijkdom hem vervreemde van zichzelf, zijn gemeenschap en zijn natuurlijke omgeving. De Homo Romanticus wilde deze vervreemding, deze verwijdering, helen. Hij wilde weer samenvallen met zichzelf, zijn gemeenschap en de natuur. Hij wilde eenheid ervaren, samenvallen met zichzelf en de kosmos.

De mechanische blik van de Homo Economicus werd langzaam vervangen door het meer ecologische netwerkdenken van de Homo Romanticus. In de wereld van de Homo Romanticus was alles met elkaar verbonden. Men begon te denken in energieën, in plaats van in tandwielen. In onderlinge afhankelijkheid in plaats van in gescheidenheid.

Dit netwerkdenken werd ondersteund door de opkomst van het geactiveerde woord, de informatietechnologie die als een wereldwijd levend organisme alles en iedereen aan elkaar verbond.

De Romantische focus op mystieke eenheid, op holistische ervaringen, op innerlijke creativiteit en op transcendente schoonheid stroomde na de Tweede Wereldoorlog naar de oppervlakte van de populaire verbeelding. Door de toegenomen welvaart hadden jongeren opeens genoeg tijd en geld om zich af te vragen waarom ze überhaupt op aarde waren. Dit leidde tot de protestbewegingen, jeugdsubculturen en de hippie- en punkbewegingen van de jaren zestig en zeventig.

Sindsdien wordt de samenleving steeds Romantischer. Het wordt zowel individueler als meer onderling verbonden. De Romanticus wordt, zoals het er nu naar uitziet, de dominante kennistraditie van de toekomst.

NB: Waarin kunnen we de opkomst van de Homo Romanticus herkennen en wat zijn de valkuilen waar de Homo Romanticus voor moet uitkijken, lees het in ‘De Opkomst van de Homo Romanticus.

Tot slot

De algemene feedback die we krijgen op het denkraam is overigens altijd positief, met name in academische context. Het identificeert en interpreteert hedendaagse maatschappelijke transities op zo’n manier dat de onderlinge verbondenheid duidelijk wordt. Dat duidelijk wordt dat het één brede verschuiving betreft. We leven, om Jan Rotmans maar weer even te quoten, namelijk niet in een tijdperk van veranderingen, maar in een verandering van tijdperk.

Naast het denkraam meer inzetten tijdens onze scenario-sessies werken we ook aan een onlineversie op de website van de Altas van het Lange Nu. Deze zullen we een dezer weken publiceren.

Fijn weekend!

❤️

Edwin & Christiaan

8 REACTIES

8 Reacties
Oudste
Nieuwste Meest gestemd
Inline feedbacks
Bekijk alle reacties
Meggie
Meggie
1 jaar geleden

Leuk! Zowel het denkraam als de uitleg. Dank!

Edwin Gardner
Beheerder
1 jaar geleden
Antwoord aan  Meggie

Dankjewel!

Linda
Linda
1 jaar geleden

Zeer interessant en herkenbaar. Mooi overzicht. Waar plaatsen jullie religie/spiritualiteit/bewustzijn?

Edwin Gardner
Beheerder
1 jaar geleden
Antwoord aan  Linda

Beste Linda,
Voor alledrie de archetypes speelt dit op andere manieren een rol.

De Homo Nobilis heeft een vrij magisch wereldbeeld, het spirituele en het religieuze is in die zin erg verweven met de fysiek, materiële werkelijkheid. De manier waarop de Homo Nobilis waarheid vindt in dit alles is zeer subjectief, volgens hem kan uiteindelijk alleen God over hem oordelen.

De Homo Economicus leeft echter in een onttoverde seculiere wereld. Alles wat metafysisch is, zoals religie en spiritualiteit bestaat in essentie niet. De wereld is louter deterministisch en materialistisch. Zelfs het bewustzijn is problematisch en wordt weggezet als ‘illusie’, ook al heeft de rede een centrale plek in het denken van de Homo Economicus, ook dit kan volgens hem een product zijn van enkel causale effecten. Maar daarin schiet zijn wereldbeeld toch tekort. Zie: https://dechrononauten.nl/0003/

De Homo Romanticus geeft het bewustzijn, de persoonlijke ervaring en gewaarwording echter een centrale plek (zie hier) . En met het Romantischer worden van de Westerse samenleving na de oorlog zie je dan ook een herwaardering van spirituele dimensies (New Age, horoscopen, vrije scholen, Boeddhisme, meditatie, yoga, etc. zie: https://dechrononauten.nl/de-opkomst-van-de-homo-romanticus/).

Maar de Homo Romanticus moet niet vergeten dat de wereld waarin die leeft op de technologisch-rationele fundamenten van de Homo Economicus (HE) is gebouwd. Zonder HE geen riolering, vliegtuigen en internet. De archetypes zijn naast een chronologie ook vooral een stapeling. Ze zitten alledrie in ons allemaal.

Des
Des
1 jaar geleden

Zulke mooie omschrijvingen! De Homines (?) in tekening, mogen van mij wel wat vrouwelijks krijgen.

Edwin Gardner
Beheerder
1 jaar geleden
Antwoord aan  Des

Goed punt, zeker de laatste. In een vorige iteratie van dit schema was dit overigens ook zo. Zie de bijgevoegde afbeelding.

Screenshot 2023-03-13 at 14.46.46.png
Arjen
Arjen
1 jaar geleden

Het is een knap denkschema waarover eindeloos te discussiëren valt. Naar mijn gevoel is de laatste categorie, architectuur van vertrouwen, de minst samenhangende, maar ook de meest ‘actuele’. De wijze waarop we dat weten te organiseren zal zeer bepalend zijn voor de komende ontwikkelingen.

Edwin Gardner
Beheerder
1 jaar geleden
Antwoord aan  Arjen

Ha Arjen,

De Architectuur van vertrouwen verwijst naar een groter project waar we al een poosje mee bezig zijn, en die in deze rendering van ons drieluik inderdaad wat toelichting zou kunnen gebruiken. Maar je hebt helemaal gelijk dat de shift in onze vertrouwensarchitectuur zeer bepalend voor hoe de samenleving zich ontwikkeld. Iets wat jullie met Archis/Volume in het verleden natuurlijk ook uitgebreid onderzocht hebben.

(Onder de titel Architectures of Trust deden we het DCFA Fellowship bij pakhuis de Zwijger: https://dezwijger.nl/programma/fellow-6 en onze artikelreeks over de Architectuur van Vertrouwen van afgelopen najaar.)

Volgens ons is de vorm van de vertrouwensarchitectuur direct gerelateerd aan de verschuivingen in de dominante informatie technologie, van het gesproken, naar het geschreven/gedrukte, naar nu het geactiveerde woord, en hoe deze de vorming en borging van vertrouwen beïnvloed. En van fysieke ontmoeting, naar geschreven ontmoeting naar virtuele ontmoeting. Hoe die volgende stap, het digitale/virtuele ‘platform’ op er uit ziet, is uiteraard het meest speculatief.

Een hardere en diepere borging van vertrouwen is nodig is in een digitale samenleving. In onze toekomstscenario’s noemen we dit de Universal Data Commons: Hier kun je lezen hoe dat (grof geschetst) er ongeveer uit zou kunnen zien: Bouwstenen voor een Architectuur van Vertrouwen.

Onze dossiers