De Toekomst is Magisch

-

Hoi, Ed en Chris hier. Al meer dan tien jaar adviseren wij overheden en bedrijven over onze veranderende wereld. In deze nieuwsbrief schrijven we over verschuivingen, denkramen, toekomstscenario’s en de poëtica van speculatieve fictie 🖖🏾

We doen al een tijdje onderzoek naar magie, naar de historische en antropologische betekenis van deze oudste der kennisleren. Wat is het en hoe past het in ons historisch-futuristische denken?

We hebben hier nog geen uitgekristalliseerd beeld bij. Dat is een omissie in ons denken, want magie is van alle tijden en alle culturen – dus ook van die van morgen. Deze week dus een notitie over magie, waarin we wat eerste ideeën en concepten proberen te ordenen. Laying the groundwork, zeg maar.

Maar voordat we beginnen, een reminder voor fans van solarpunk en other futures. Vandaag, zaterdag 4-11, om 18u, leest een aantal auteurs van de speculatieve bundel De Komeet voor uit hun werk in Athenaeum Zuid-Oost in Amsterdam. Ook praten ze over (het gebrek aan) diversiteit in de speculatieve kunst. Aanmelden via: zuidoost@athenaeum.nl

Dit weekend gaat ook The Dark Side of Bright Nights in première op het Wildlife Film Festival Rotterdam. De film is gemaakt door o.a. Sander van Iersel, die een aantal jaar geleden meedeed in ons Nachtlab, een designlab waarin we speculatieve ontwerpen verkenden van een stad zonder lichtvervuiling. De film verkent de schade die lichtvervuiling aanricht. Zie hier de trailer en bestel hier kaartjes.

In navolging van onze nieuwsbrief van vorige week: Ezra Klein deelt in de New York Times zijn take op Andreessens Techno-Optimist Manifesto. Hij zoomt in op de techno-gung-ho mind-set van mannen als Andreessen. Zoals altijd bij Klein is ook dit stuk de moeite van het lezen waard.

Voor de prijs van nog geen twee bakkies koffie per maand steun je ons bij het tikken van deze wekelijkse toekomstbrief. Tel uit je winst. Steun ons hier. ✨❤️

‘Hekate of De nacht van Enitharmons vreugde’, 01795, William Blake. Hekate is de godin van toverij uit de Griekse mythologie.

De Toekomst is Magisch

Op 16 april 01872 zat een groepje mannen te drinken in de Barley Mow, een kroeg in Somerset. Ze warmden zich aan de haard. Buiten was het guur. Op een gegeven moment, na een sterke windvlaag, rolden opeens vier pakketjes vanuit de schouw de gelagkamer in. Bij inspectie bleek het om uien te gaan, die waren vastgezet in de schoorsteen.

Om elk van de uien zat een wikkel vastgeprikt met spijkers. Hierop stonden namen geschreven. Eén van die namen was Joseph Hoyland Vox, een man die campagne voerde tegen de kroeg en tegen het kwaad dat buitensporig alcoholgebruik heette. De kroegbaas, Samuel Porter, had een lokale reputatie als iemand die zich met magie inliet.  

Niemand twijfelde er dus aan dat de uien onderdeel waren van een magische tegencampagne. Net zoals de uien wegkwijnden in de warmte en de rook van de schouw, hoopte Porter dat zijn vijanden zouden wegkwijnen en hem en zijn kroeg met rust zouden laten. Het lijkt te hebben gewerkt. Tot ongeveer 02021 kon je nog gewoon ouderwets buitensporig dronken worden in de Barley Mow.

(In 02022 is de Barley Mow, na honderden jaren kroeg, verbouwd tot Italiaans restaurant. Het establishment draagt nu de naam Villa Verde. We krijgen het idee dat de uien geen bescherming boden tegen covid-lockdowns.)

Eén van de uien is nu in het bezit van het Pitt Rivers Museum in Oxford – zie de foto hierboven. Het museum kwam hieraan omdat Joseph H. Vox de neef bleek van Edward Burnett Tylor. Tylor was indertijd een curator van het museum, maar staat tegenwoordig vooral bekend als één van de grondleggers van de moderne antropologie.

Het verhaal gaat dat E.B. Tylor, die leefde van 01832 tot 01917, erg was geschokt door het verhaal van zijn neef en de magische uien. Dat magie nog bestond in het ongelofelijk snel moderniserende Engeland was onvoorstelbaar voor Tylor. Maar de magische uien drukten hem met zijn neus op de feiten. Magie was nog levend en wel. Hij moest zijn ideeën dus herzien. Tylor publiceerde boeken met titels als Researches into the Early History of Mankind and the Development of Civilization (01865) en Primitive Culture (01871). Zijn ideeën waren beïnvloed door Charles Darwin, een tijdgenoot. Hij geloofde dat menselijke beschaving een ‘opwaartse’ evolutie doormaakte, van magie naar religie naar wetenschap. Elke fase was rationeler en meer geïnstitutionaliseerd dan de fase daarvoor. Magie beschouwde E.B. Tylor als een primitieve kennisleer.

Tylor muntte de term ‘survivals’:

…which are processes, customs, and opinions, and so forth, which have been carried on by force of habit into a new state of society different from that in which they had their original home, and they thus remain as proofs and examples of an older condition of culture out of which a newer has been evolved.

Magie als een cultureel overblijfsel. Een aankoeksel dat waarschijnlijk in de loop van de tijd zal losweken en zal verdwijnen naar de geschiedenisboekjes.

Het idee dat magisch denken niet bestand is tegen verwetenschappelijking en institutionalisering van de maatschappij is beroemd verwoord door de Duitse socioloog Max Weber. In ‘Wetenschap als Beroep’, een voordracht uit 01919, sprak hij over de ‘onttovering’ van de cultuur door de groeiende invloed van de wetenschap.

De toenemende intellectualisering betekent dus niet een toenemende kennis van de levensomstandigheden waaronder men leeft.

Maar zij betekent iets anders: het weten ervan of het geloof eraan dat men, als men maar wilde, het altijd te weten zou kunnen komen, dat er dus principieel geen geheimzinnige onberekenbare machten zijn die ertussen zouden kunnen komen, dat men veeleer alle dingen – in principe – door berekenen beheersen kan. Dat echter betekent de onttovering van de wereld.

Niet meer zoals de wilde, voor wie zulke machten bestonden, moet men naar magische middelen grijpen om de geesten te beheersen of gunstig te stemmen. Maar technische middelen en berekening volbrengen dat. Dit in het bijzonder betekent de intellectualisering als zodanig.

Aldus Weber.

Deels had Weber gelijk; magisch denken verdween uit de publieke ervaring. Het werd steeds minder onderdeel van openbare besluit- en uitvoering. We zijn dus wel degelijk ‘wetenschappelijker’ geworden, zeker in Noordwest-Europa. Hoewel het wellicht correcter is om te stellen dat we seculierder zijn geworden. In de privésfeer is het magisch denken nooit verdwenen. Onder de oppervlakte van het publieke discours is de wereld nog altijd een betoverde plek.

Eén van de eerste Westerse verbeeldingen van een sjamanistische rite in een Siberisch dorp, door Nicolaes Witsen (Amsterdam, 01705). In de Vroegmoderne Tijd was magie niet ‘wild’ omdat het niet wetenschappelijk was – ook in Europa was wetenschap nog een jonge discipline – maar omdat het goddeloos was, des duivels.

Na de Tweede Wereldoorlog werd dit verschil tussen het rationele discours op macroniveau en de soms meer magische belevingswereld op microniveau steeds meer erkend in de sociale wetenschap. De ‘wilde’, zoals Weber de magisch denker noemde, zat nog steeds in ieder van ons verborgen. Stiekem waren we magischer dan we ons lieten voortkomen.

We leven in een diep betoverde wereld, ook nu nog. 

Denk bijvoorbeeld aan populaire praktijken zoals: numerologie en astrologie; acupunctuur, yoga, reiki, shiatsu en andere Oosterse energieleren; The Secret en manifestatiedenken; edelstenen en kristallen (als amuletten en talismannen); ayahuasca, zweethutten, trance en ander neosjamanisme; engelennummers; sommige kruidenleren; wichelroedelopen, leylijnen, aardstralen en andere vormen van geomantiek; tarot; mediums en andere technieken om te kunnen communiceren met de geestenwereld; kabbala en andere op religie gebaseerde mystiek of esoterie; en vele, vele andere vormen van populaire magie.

Ook in onze hoogtechnologische samenleving doen we massaal een beroep op dat wat niet gemeten kan worden. Maar wat is magie eigenlijk? Is het een kennistraditie, zoals we die identificeren voor de Homo Nobilis, de Homo Economicus en de Homo Romanticus? En zo ja, hoe past magisch denken dan in ons historisch-futuristische denkraam?

Magische praktijken kunnen erg complex zijn. Zo synthetiseert Human Design, een populair en relatief nieuw systeem, de systemen van astrologie, I ching, Kabbala en Vedisch denken op een rekenkundige manier. Het is een praktijk voor zelfkennis.

Sinds E.B. Tylor hebben velen geprobeerd om magie te definiëren. Dat is niet makkelijk, omdat er zoveel verschillende vormen van zijn. Bij gebrek aan een goede definitie wordt magie daarom vaak gespiegeld aan religie en wetenschap, in de hoop dat er zo een scherp beeld ontstaat. 

Wat wel is veranderd sinds de tijd van Tylor, is de wetenschappelijke houding ten opzichte van magie. Sinds de Tweede Wereldoorlog wordt magie niet meer gezien als overblijfsels uit een primitief verleden. Veel sociale wetenschappers lijken magie zelfs door een sympathieke bril te zien. Zo benadrukken ze bijvoorbeeld de rol die magie zou kunnen spelen in het creëren van een meer symbiotische en intieme relatie tot de natuur, elkaar en de kosmos.

Ook wordt magie niet meer gezien als een losse categorie. Vaak wordt juist de verwevenheid tussen magie, religie en wetenschap benadrukt. Veel wetenschappelijke tradities komen voort uit meer magische tradities – denk aan alchemie die chemie voortbracht, of astrologie die een voorloper was van astronomie. En ook magische systemen kunnen heel complex, methodisch en berekenend zijn.

Ook is er een continuüm tussen gecodificeerde religie aan de ene kant en magisch denken aan de andere kant. Denk aan de magische en mystieke aspecten binnen het Katholicisme. Vroeger waren die overigens veel sterker dan nu. Ook de katholieke kerk onttovert. (De kerk zelf definieert magie overigens als iets wat effect kan hebben buiten de wil van God, terwijl kerkelijke rituelen altijd in overeenstemming zijn met de wil van God.)

Sinds we ons er een beetje in verdiepen, komt magie op ons over als een toegepaste kennispraktijk. Maar ook als iets wat is gebaseerd op een ongedefinieerd, wazig mens- en wereldbeeld dat moeilijk in woorden valt te vatten. Maar dat tegelijkertijd onlosmakelijk verbonden is aan de menselijke ervaring.

Magisch denken berust vaak op een veronderstelde diepe verbondenheid tussen de dingen in de wereld en het zoekt naar manieren om deze verbindingen te openbaren en te manipuleren. Zo wordt het in ieder geval vaak beschreven in de sociale wetenschap.

Alleen, zo geformuleerd, verschilt magisch denken niet veel van wetenschappelijk denken. Ook wetenschappelijk denken veronderstelt immers een verbindende logica, een dieper systeem, dat de wereld voortdrijft. En het creëert technologieën om deze verbindende logica te manipuleren.

Het verschil is, onzes inziens, dat de theoretische onderbouwing van een magisch wereldbeeld vaak onuitgewerkt blijft en niet verifieerbaar is.

Hierdoor heeft magie geen universeel karakter zoals de wetenschap, maar een anekdotisch karakter. Wat voor de één naar eigen zeggen goed werkt in een bepaalde situatie, kan voor een ander een dode mus zijn. Dat vermindert de aantrekkingskracht voor de meeste mensen niet. Magie leunt op een persoonlijke en intieme zoektocht en minder op een collectieve zoektocht, zoals de wetenschap.

In de 19de eeuw sprak men dan ook van occulte kennis, van geheime of verborgen kennis. Kennis die zich voorbij het meetbare bevindt. Donkere kennis die zich niet laat openbaren door Verlichting. Omdat een magisch mens- en wereldbeeld wazig is, lijkt magie een pragmatisch fenomeen. Je hoeft immers niet te begrijpen waarom iets werkt, om er toch de vruchten van te kunnen plukken. Zolang het maar werkt.

Zolang het maar werkt: deze attitude geldt ook voor onze relatie met wetenschap. Weinig mensen weten immers hoe hun iPhone werkt, maar dat weerhoudt hen er niet van het apparaat te gebruiken. Of zoals sciencefictionschrijver Arthur C. Clark het verwoordde in de derde van zijn drie ‘wetten’:

Any sufficiently advanced technology is indistinguishable from magic.

Wetenschap en magie zijn hierin gelijk; begrip is niet noodzakelijk voor adoptie.

Magie is dus pragmatisch en diep persoonlijk. We shoppen rond tot we een methode vinden die voor ons werkt. Chronische pijn waarbij de dokter in het duister tast? Misschien kun je yoga proberen. En als dat niet werkt, ga dan eens naar de magnetiseur, of een acupuncturist, of volg misschien toch maar eens dat ingewikkelde dieet van Medical Medium. Net zolang tot we op iets of iemand stuiten dat voor ons werkt, dat resoneert.

Tarot is een familie aan kaartspellen die zijn geadopteerd voor kaartmantiek. (Mantiek staat voor het lezen van iets, zoals bij geomantiek of necromantie.) De Laatmiddeleeuwse esthetiek van de meeste speelkaarten heeft een sterke associatie met magie gekregen, zie bijvoorbeeld de film The Ninth Gate, van Polanski met Johnny Depp.

In ons historisch-futuristische denkraam spreken we van een kennistraditie als een mens- en wereldbeeld aansluiting vindt bij een informatietechnologie en de sociale en maatschappelijke instituties vormgeeft.

Maar kunnen we bij magie wel spreken van een historische kennistraditie? Was er een tijd dat magie, in een tandem met het gesproken woord, zo dominant was dat het vorm gaf aan de sociale instituties van een samenleving?

In de Moderniteit en de Middeleeuwen lijkt magie zich verweven te zijn met de heersende kennistradities, of zich als onderstroom te handhaven.

In de Middeleeuwen werd magie opgenomen in de kerkelijke mores, afgedaan als des duivels of het functioneerde als een soort proto-wetenschap, zoals alchemie. Op kleinschalig niveau was het uiteraard altijd alive and kicking. Toen de Moderne Tijd goed op stoom kwam werd zowel magie als religie afgedaan als bijgeloof, onzin of ‘opium voor het volk’. Maar ook in deze tijd bleven mensen aangetrokken tot toverij (en religie).

Dit zijn hexafoils, symbolen die in Europa al sinds de Bronstijd worden gebruikt als volkskunst. Maar ze hebben vaak ook een magisch doel. Aangebracht op haarden en boven deuren en ramen verhinderen ze demonen en boze geesten om binnen te komen. Het idee is dat onstoffelijke types verstrikt raken in de lijnen. Het is nog steeds een levend gebruik in veel Westerse landen.

Van de week stuitten we op een hypothese van ene A. Varagnac. In een essay getiteld ‘The Problem of Prehistoric Religions’, uit 01965, opperde hij een hypothese over het ontstaan van magie.

Vroeger was overleven niet eenvoudig en de jacht was niet per definitie succesvol en zonder gevaar. Hierdoor ging de mens zich succes inbeelden, als een mentale voorbereiding, door naar gunstige voortekenen in dromen en in de natuur te zoeken. De stap naar het vragen van toestemming aan het prooidier is vervolgens snel gemaakt. En die toestemming vragen, zodat het dier meewerkt, is een erkenning van een bezielde wereld.

Volgens Varagnag is magie dus nauw verweven met een animistisch mens- en wereldbeeld. Alles in de wereld is bezield. De mens zoekt naar technieken om deze zielswereld te navigeren. Het idee dat achter de tastbare wereld een ontastbare waarheid schuilt, geeft ook een bepaald abstractievermogen aan. Het doet denken aan Plato’s analogie van de grot; wat je ziet is slechts een schaduw van wat het in het echt is.

We broeden al wat langer op een uitbreiding van ons World Tree denkraam. Zijn er meer kennistradities te ontdekken die hedendaagse trends kunnen duiden? Ze zijn nog slecht onderbouwd, maar we hebben, naast de Homo Nobilis, Homo Economicus en de Homo Romanticus, ook wat schetsen voor een Homo Pagus en een Homo Iter.

Als de Homo Nobilis het archetype is van de Late Middeleeuwen, dan is de Homo Pagus het archetype van de Vroege Middeleeuwen. De Homo Pagus was de mens van de landbouwnederzetting. Gehuchten die onderdeel waren van clan- en stamverbanden, waartussen handel en gezinsbouw vloeide. Meer nog dan de Homo Nobilis, die ook het geschreven woord kende, was de wereld van de Homo Pagus gebaseerd op het gesproken woord. Hij aanbad natuurgoden en leefde met de seizoenen, die werden geëerd met feesten en rituelen. Zijn gemeenschap was klein en informeel.

Vóór de Homo Pagus zou je wellicht de Homo Iter kunnen identificeren, de reizende mens. Dit was de jager en verzamelaar. Iemand die leefde in kleine mobiele groepen die wellicht ook weer onderdeel waren van losse clan- en stamverbanden. Het verschil met de Homo Pagus was dat de Homo Iter geen landbouw bedreef, waardoor sociale instituties wellicht iets minder waren gestructureerd rondom arbeidsdeling en bezit. Hij leefde in een animistische wereld waar publieke rituelen magisch van aard waren en draaiden rondom een lokale tovenaar. Magie en animisme dus als dominante kennistraditie.

We hebben nog geen uitgekristalliseerd idee of deze nieuwe archetypen iets bijdragen aan ons begrip van hedendaagse trends. Maar omdat magie na al die millennia nog steeds een krachtige onderstroom is in onze samenleving, zou dat best wel eens het geval kunnen zijn.

Maar hoe zou dit dan kunnen uitpakken?

Hoe zou de Homo Iter in ons, de magisch en animistisch denkende mens, zich manifesteren in het digitale tijdperk van de Homo Romanticus? Op deze open vraag hebben we nog geen duidelijk antwoord. Maar aangezien de Homo Romanticus een heel mystiek mens- en wereldbeeld heeft, zien we daar volop raakvlakken. Mystiek is immers het zoeken naar eenwording met God of de kosmos, wat een natuurlijke link kan zijn met het animisme. 

Ook is er die ‘Romantische’, hypothetische en veelbesproken overlap tussen kwantummechanica, het idee dat het bewustzijn iets non-materialistisch is en het magisch denken. En, gelinkt daaraan, de erkenning van allerlei placebo- en nocebo-effecten, wat weer draait om vertrouwen – wat wellicht de sleuteltechnologie is van de Homo Romanticus.

En, mocht je je nou al de hele tijd afvragen hoe wij ons zelf verhouden tot magie, dan willen we eindigen met een quote van Leonard Cohen, uit ‘Anthem’:

There’s a crack in everything, that’s how the light gets in.

We weten natuurlijk niet precies wat Cohen hiermee bedoelde, maar wij lezen erin dat niets honderd procent sluitend, hermetisch en eenduidig kan zijn, zeker de werkelijkheid niet. Overal zitten gaten in, alles heeft loopholes. En dat is maar goed ook. ✨

Dan, als allerlaatste nog een tip. Want mocht je meer willen weten over de magische, animistische wereld van de Homo Iter, lees dan het boek Shaman van Kim Stanley Robinson. Een prachtig coming of age verhaal van een jongen die sjamaan wordt.

Liefs Ed en Chris

PS: Over Kim Stanley Robinson gesproken. Volgende week komt de Nederlandse vertaling uit van Ministry of The Future (Starfish Books) en is Robinson in Nederland. Onder andere op 8 November om 17:00 bij Atheneum om boeken te signeren. Dus neem je Robinson boeken mee om te laten signeren en haal meteen een Nederlandse!

4 REACTIES

4 Reacties
Oudste
Nieuwste Meest gestemd
Inline feedbacks
Bekijk alle reacties
Ton Baggerman
5 maanden geleden

Hi, check ook eens het boek Soul Hunters van de Deense anthropoloog Rane Willerslev. Over animisme bij Siberische jagers. Inderdaad is de vraag of/hoe je hierin parallellen kunt vinden met “onze” sterk Cartesiaans gevormde, technologische, stedelijke, juridische etc. maatschappij.
Groet!

Christiaan Fruneaux
Beheerder
Christiaan Fruneaux
5 maanden geleden
Antwoord aan  Ton Baggerman

Ha Ton, dank voor de tip! Gaan ‘m aanschaffen. En goeie vraag, wij hebben het idee dat het wereldbeelden paralel aan elkaar kunnen lopen. Soms kijk je door een wetenschappelijke bril, soms door een magische. Zoiets, maar zoals we al schreven, we hebben er nog geen uitgekristalliseerd beeld bij

Ed van Hinte
Ed van Hinte
5 maanden geleden

Ik dacht meteen aan Arthur C. Clarke’s derde wet
Any sufficiently advanced technology is indistinguishable from magic.

We leven in een volslagen mythomane tijd.

Een mooi boek dat dit aangeeft:
Ganesha in Silicon Valley van Petran Kockelkoren.

Verder zou ik in de zogenaamd ‘onttoverde wereld’ geen voorbeeld weten van iets dat niet wonderlijk is.

Het is een mooie analyse. Lichtkieren genoeg.

Christiaan Fruneaux
Beheerder
Christiaan Fruneaux
5 maanden geleden
Antwoord aan  Ed van Hinte

Dan Ed, voor de tip! Ik ken het boek niet, maar we gaan ‘m opzoeken.

Onze dossiers