De Marshall McLuhan van de 21st eeuw

-

👋 Dag, Ed en Chris hier. In de Atlas van het Lange Nu duiden we onze veranderende wereld. We doen dit door de bril van de langetermijndenker en de gereedschapskist van de speculatieve maker. Het hier en nu is een moment dat eeuwen beslaat.


📣 Reminder: Maandag 14 november om 20:00 praten we bij Pakhuis de Zwijger met Nanda Piersma (Lector Responsible Technology HVA), Jona de Jong (PhD researcher gamified de-polarisation aan de European University Institute en Benjamin Fro (Singer-songrapper) over hoe we (online) publieke ruimtes kunnen creëeren die veilig, inclusief en democratisch zijn, én die vertrouwen en gemeenschap produceren. Kom kijken of stream ons hier je huiskamer binnen.


Beste Allemaal,

Deze week een experiment met een nieuwe vertelvorm. Vorige week hebben we onze eerste avond in de reeks over Architectures of Trust bij Pakhuis de Zwijger ingeleid met het onderstaande toekomstscenario. Een kort verhaal waarin we naar het einde van de 21st eeuw reizen en getuige zijn van een interview met mediageleerde Jopie Sjef Arends. In het interview reflecteert ze op de grote verschuiving die de informatiecultuur en het medialandschap de afgelopen eeuw hebben verandert.

We zijn benieuwd wat jullie er van vinden.

Jopie Sjef Arends;
de Marschall McLuhan van de 21st eeuw
🔮

Van online argwaan naar ‘on chain’ vertrouwen

Stel je voor, het is het jaar 02093. We bevinden ons een studio in een oud Amsterdams pakhuis aan wat begin deze eeuw nog de Piet Heinkade heette, maar nu de Jo Moabkade heet. De gelauwerde journalist Mo Markusson, zijn cameravrouw en zijn geluidstechnicus zetten hun spullen klaar voor een interview met Jopie Sjef Arends. Deze indrukwekkende en zeer slimme mediageleerde heeft met haar duidingen een stempel gedrukt op hoe we naar onze informatiecultuur kijken. Ze wordt ook wel de Marshall McLuhan van de 21ste eeuw genoemd. Een eind 21ste-eeuwse beroemdheid dus, die nu in een comfortabele fauteuil zich nog even buigt over haar notities.

Diagram

Description automatically generated

Wanneer iedereen in de studio is ingelogd en alle apparatuur draait, kan het gesprek beginnen. ‘Ben je er klaar voor?’ vraagt Mo. Jopie knikt. ‘Oké, daar gaan we.’ Mo richt zich tot de camera en begint.

MM: ‘Honderd jaar geleden, in 01993, ging het internet of beter gezegd het World Wide Web open voor het brede publiek. Het veranderde de economie, de politiek, het publieke domein en ons leven radicaal. Waar de computer voor 01993 vooral een gadget was in de hoek van de kamer of op zolder, werd met de geboorte van het web de computer de spil van de infrastructuur waar onze samenleving vandaag nog steeds op draait.’

Diagram

Description automatically generated with low confidence

MM: ‘Jopie, hoe duid jij deze beginperiode van het web?’

A picture containing porcelain

Description automatically generated

JSA: ‘Nou, als behoorlijk crazy. Maar dat zie je eigenlijk bij elke introductie van een General Purpose Technology, of dit nu de boekdrukpers, de stoommachine, elektriciteit of de computer is.

A person sitting in a window

Description automatically generated with low confidence

JSA: ‘Voor de computer was het web het kantelpunt. Geïsoleerd waren computers vooral een stuk gereedschap, maar toen ze genetwerkt werden ontstond er een compleet nieuwe informatiesfeer. Een digitaal publiek domein dat ontzettend ondermijnend was voor de oude architectuur van vertrouwen van het gedrukte woord.’

A picture containing outdoor, sword, group, net

Description automatically generated

MM: ‘Op welke manier ondermijnde het web dan de op dat moment geldende architectuur van vertrouwen?’

JSA: ‘In het begin was het natuurlijk allemaal vrij onschuldig, en was het web vooral een speeltuin voor de pioniers en dromers; mensen die geloofden in de democratische belofte van het web.

A picture containing text

Description automatically generated

Maar het werd al snel duidelijk dat de opkomst van het digitale domein ontwrichtende gevolgen had voor de manier waarop we samenleefden en de manier waarop onze democratische instituties werkten. Dit waren instituties die waren gebouwd op het informatie-metabolisme van het gedrukte woord. En er zijn een aantal grote verschillen met het gedrukte woord.

A drawing of a house

Description automatically generated with low confidence


Ten eerste was het web tweerichtingsverkeer. In tegenstelling tot bij het gedrukte woord kon iedereen content publiceren. Er waren geen poortwachters meer, zoals de redacties van kranten en tijdschriften.

Ten tweede bood het een continue stroom informatie waar het publiek te allen tijde toegang tot had, waar ze zich ook bevonden. Gebruikers konden alles wat ze maar wilden weten opzoeken en controleren en iedereen kon dus meepraten.

Dat was heel wat anders dan het gedrukte publieke domein, waarbij de informatievoorziening vooral eenrichtingsverkeer was en waar uitgevers en redacties bepaalden wat te publiceren, wat te onderzoeken en welke ingezonden brieven te plaatsen.

Het publiek had eigenlijk dus nieuwe superpowers gekregen, waardoor de traditionele afzenders van nieuws, kennis en beleid er uit alle hoeken en gaten concurrentie bij kregen. Allerlei nieuwe stemmen, bronnen en ideeën stroomden redactieloos de publieke sfeer in. Met allerlei onthullingen, schandalen en vertrouwensbreuken tot gevolg.

Diagram

Description automatically generated

Ten derde werd deze nieuwe dynamiek vervormd en verstoord door een handvol commerciële monopolies. Deze bedrijven bepaalden de spelregels waaraan de nieuwe informatiestromen zich moesten houden. Die spelregels werden ingegeven door hun commerciële overwegingen. Ze hielden geen rekening met de rol die het publieke domein in een samenleving zou moeten spelen. Zo namen ze bijvoorbeeld schaamteloos eigendom van de gebruiksdata en hun online identiteiten.

Wat dan weer voor hen pleit, is dat niemand zich in die tijd bewust was van de werking en het belang van het publieke domein. Dat een publiek domein bijvoorbeeld voor een gemeenschap zorgt, was geen algemene kennis, zoals nu. Dus daar hielden de commerciële spelregels geen rekening mee. Die richtten zich op het vasthouden van de aandacht van hun gebruikers, zodat die op het platform zouden blijven en ze hen reclames konden voorschotelen. Dit leidde tot spektakelalgoritmes, filterbubbels, nepnieuws en de versplintering en polarisatie van gemeenschappen. 

De eerste veertig jaar van het web waren ruig, wild en tomeloos.’

MM: ‘Oké, ik snap het beeld dat je schetst van het Wilde Web van het begin van de 21ste eeuw, maar misschien kun je iets dieper ingaan op die oudere architectuur van vertrouwen en waarom die niet bestand was tegen de digitale revolutie.’

Diagram

Description automatically generated

JSA: ‘Goeie vraag. Laten we beginnen met de definitie. Een architectuur van vertrouwen zorgt ervoor dat mensen en partijen kunnen samenleven en samenwerken zonder dat ze elkaar persoonlijk kennen. Op deze manier is er een abstract gemeenschapsgevoel mogelijk, gebaseerd op gedeelde waarden en normen en gedeelde instituties. Zo’n architectuur van vertrouwen is een voorwaarde voor complexe samenlevingen zoals de onze, waarin miljoenen mensen die elkaar niet kennen zich thuis moeten voelen.

In de tijd voor het web kwam het erop neer dat wanneer mensen elkaar niet op persoonlijke basis vertrouwden, of wanneer vreemden met elkaar zaken moesten doen, men vertrouwde op drukwerk.

Gedrukte documenten met meerdere handtekeningen, stempels, datums en met meerdere kopieën in meerdere archieven legden onderlinge afspraken vast. Vaak was er ook een onafhankelijke derde getuige bij betrokken, zoals een notaris, om de documenten extra gewicht mee te geven in de rechtbank.

In de tijd voor het digitale web vertrouwde men op het gedrukte woord. Men navigeerde de wereld via papieren. Men verliet zich op wetboeken, contracten, polissen, kaarten, bankbiljetten, boekhoudingen, paspoorten, kranten en tijdschriften. Men raadpleegde registers, kadasters, archieven en bibliotheken.

Het gedrukte woord was de informatietechnologie waarop de Westerse moderniteit was gebouwd. Na de uitvinding van de drukpers ontstond een nieuwe organisatievorm, de bureaucratie, en een nieuw werkethos, dat van de professional. Twee cruciale elementen in de architectuur van vertrouwen.

Diagram, schematic

Description automatically generated

Een bureaucratie definieer ik als een set methodes die het gedrukte woord gebruiken om complexe organisaties te coördineren. Zoals destijds ministeries, bedrijven en NGO’s.

Die bureaucratie is gebaseerd op paper trails, waarop iedereen in de organisatie vertrouwt. Dat betekent dat als iets niet op papier staat, het de facto ook niet bestaat. Althans in de ogen van de organisatie.

Om deze papieren werkelijkheid te produceren zijn er protocollen (vastgelegd op papier) die je kan zien als het operating system van een geletterde organisatie. Zo’n bureaucratisch operating system was een vereiste om zaken te kunnen doen, ook als je slechts een eenmanszaakje had.

A picture containing text, whiteboard

Description automatically generated

En dan de professional. De professional ondersteunt de bureaucratische machine en brengt hem tot leven, maar dit kan alleen als de professional zich objectief, onpartijdig en rationeel opstelt. Met andere woorden, wanneer de professional naar z’n werk gaat laat hij zijn subjectiviteit thuis, en wordt hij of zij geacht zakelijk te zijn.

Dit is uiteraard een ideaalbeeld, een modelwerkelijkheid, want zoals we allemaal weten is de mens geen machine die perfecte rationele afwegingen maakt. De mens neemt over het algemeen al zijn vooroordelen, levenservaring en cultuur mee en dit kleurt bewust dan wel onbewust zijn handelen.

A picture containing text

Description automatically generated

De cultuur van professionalisme was geworteld in het idee dat je trouw was aan je beroepseer, je organisatie en aan het publieke belang. Artsen, advocaten, wetenschappers, boekhouders en journalisten werden geacht te handelen volgens het ethische kader van hun vak. Beroepsorganisaties, tuchtkamers en andere toezichthoudende organisaties controleerden of deze professionals zich wel aan deze kaders hielden.’

MM: ‘Dat klinkt best exotisch als je dat zo hoort. Want vandaag leven we in een hele andere realiteit, waar sociaal vertrouwen uiteindelijk door de public data chain wordt geborgd. Vandaag zijn we zelf eigenaar van onze data, hebben we altijd toegang tot onze data en bepalen we zelf met wie we onze data delen. De dingen waarover je vertelt, zoals die monopolies en hoe zij het publieke domein konden domineren en uitbuiten, dat is nu onvoorstelbaar.’

JSA: ‘Dat klopt. Veel mensen zijn zich hier niet van bewust, maar het feit dat onze informatiesfeer vandaag de dag niet wordt gedomineerd door een handvol monopolies is een gevolg van de public data chains. Ze borgen niet alleen onze data en identiteit, maar dwingen platformen ook tot interoperability waardoor het netwerkeffect zich nu bevindt in de public data chain.’

MM: ‘Alleen mensen ruim boven de zeventig kunnen zich nog de chaotische wereld van toen herinneren. Voor de meeste mensen is dat verre geschiedenis.’ 

JSA: ‘Absoluut. Maar de architectuur van vertrouwen die we vandaag de dag voor lief nemen, en die het geactiveerde woord betrouwbaar maakt, is stap voor stap zorgvuldig opgebouwd. We moeten het niet voor lief nemen. Want wat is opgebouwd kan ook weer worden afgebroken.

Ik had het al over de experimentele pioniersfase en het Wilde Web dat erna kwam. Begin jaren 20 brak de derde fase aan.

De monopolies waren toen nog oppermachtig, verdienden schandalig veel geld en hun platformen speelden een hoofdrol in het creëren van verdeeldheid en de verspreiding van desinformatie. De situatie was zo ernstig dat mensen niets meer vertrouwden. Soms werden zelfs verkiezingsuitslagen niet meer erkend.

A picture containing text

Description automatically generated

Om hier paal en perk aan te stellen, begon men in de VS de monopolies open te breken, en introduceerde de EU wetgeving die de grote platformen dwong interoperable te worden.


Daarnaast zorgde een golf van nieuwe decentralisatietechnologieën voor een nieuwe generatie aan digitale platformen die slim gebruikmaakten van de nieuwe interoperability-eisen. Opeens werd het voor veel mensen duidelijk dat het internet ook heel anders kon zijn, bijvoorbeeld coöperatief.

A picture containing text, electronics

Description automatically generated

Dit nieuwe vertrouwen werd in Europa ook gevoed door de introductie van een Europese Digitale Identiteitswallet. Hierin zaten paspoorten, diploma’s, en allerlei andere officiële documentatie waar burgers zelf de volledige controle over hadden. Een ID waarmee ze online, of eigenlijk on chain, overal mee terecht konden.

A picture containing text

Description automatically generated

Tegen het einde van de jaren 20 werd een nieuwe public data chaininfrastructuur geïntroduceerd, de Universal Data Commons (UDC). Dit werd uiteindelijk het ijkpunt van het Internet zoals we dat nu kennen. Het werd steeds belangrijker in het borgen van vertrouwen.

Carbon accounting, ESG-compliance, transparante waardeketens, open science, open journalism, open voting – alles kon worden geborgd in de UDC. Beslissingen en bewijsstukken konden door iedereen worden geauthentiseerd, geverifieerd of gefalsificeerd. De UDC zorgde voor een transparant publiek domein zonder de privacy van burgers in gevaar te brengen. 

Diagram

Description automatically generated

En deze infrastructuur bleek broodnodig, want steeds meer van de informatie die gebruikers voor ogen hadden kwam niet meer uit mensenhanden. GenTech, een afkorting van Generative Technology, produceerde teksten, beelden, muziek en audiogesprekken die niet van menselijk of ‘echt’ te onderscheiden waren. Kunnen bepalen welke informatie door wie of wat waar en wanneer geproduceerd was, werd opeens essentieel om vertrouwen te hebben in de realiteit. Om deze op waarde te kunnen schatten.’

Text, whiteboard

Description automatically generated

MM: ‘Als je een analogie zou moeten maken tussen deze twee architecturen van vertrouwen zou je dan kunnen zeggen dat de bureaucratische organisatie van toen de chain platforms van nu zijn, en dat de professionals de algoritmen en AI’s zijn die deze animeren?’


JSA: ‘Ja, in zekere zin wel, want het grote verschil tussen het gedrukte en het geactiveerde woord is immers dat het gedrukte woord de mens nodig heeft om tot leven te komen en werk te verzetten, terwijl het geactiveerde woord tot leven komt in een machine. Ze is dus zowel de informatie, de organisatie als de arbeider.

De architectuur van vertrouwen van het geactiveerde woord heeft daarom ook de ruimte gecreëerd voor een nieuw werkethos: meesterschap. Hierin is de beroepseer uiteraard nog steeds belangrijk. Maar het accent ligt niet meer op het formele, het zakelijke en het objectieve, omdat deze taken zijn gedelegeerd naar de chain. Hierdoor kunnen we ons persoonlijker verhouden tot ons werk. En onze waarden, fascinaties en talenten het uitgangspunt maken voor onze praktijk, uiteraard binnen de beperkingen van de UDC. Veel meer dan vroeger richten we ons nu op de intrinsieke waarde van werk in plaats van op het protocollaire aspect ervan.’

MM: ‘Behalve dan dat we moeten beslissen welke interacties we “on” of “off chain” zetten, of welke we openbaar maken.’


JSA: ‘Ja, maar tegenwoordig ervaren we dat heel anders dan toen mensen vroeger dingen “online” deden.

Tegenwoordig ervaren we “on chain” als het beschermen van onszelf en het beveiligen van onze gegevens. En iets publiceren “on chain” beschouwen we nu als een bijdrage leveren aan onze gemeenschappelijke kennis, hoe klein deze bijdrage ook is.

Aan het begin van de eeuw was dit anders. Velen voelden zich ongemakkelijk of waren enigszins paranoïde om iets online te doen. Het was een devil’s bargain. Je kon toegang krijgen tot de superpowers van het digitale tijdperk, maar je “betaalde” ervoor door al je gegevens op een plaats te zetten waar je er geen of nauwelijks zeggenschap over had.

Ook kon je de toorn van anderen verwachten als je iets publiceerde in het gepolariseerde klimaat van toen. Er was een groot afbreukrisico. Alles was politiek. Nu is bijna niets meer “te” politiek. Want er zijn geen professionele politici meer om de boel op te blazen. De meeste dingen worden beslist in praktische en apolitieke burgerraden, waarin gewone mensen samen besluiten nemen op basis van alle informatie die de mensheid rijk is, stored on chain.’

MM:Crazy times indeed. Dankjewel, Jopie, voor dit fijne gesprek. Laten we ons “on chain” gesprek hier afsluiten en genieten van een welverdiend “off chain” drankje aan de bar.’

‘That’s a wrap!’ roept de cameraman terwijl de studio ‘off chain’ gaat.


Als altijd benieuwd naar jullie gedachtes!

Fijn weekend!
❤️ Ed & Chris

PS — ✨ Sander van Iersel‘s documentaire over de impact van lichtvervuiling op de natuur is in premiere gegaan op de Oostenrijkse televisie (3SAT). Sander deed een aantal jaren geleden mee in ons Nachtlab waarmee we samen met architecten, ecologen en lichtontwerpers aan toekomstscenario De Donkere Stad (een stad zonder lichtvervuiling en met Melkweg) werkten. Terwijl we samen de kwaliteiten van het duisternis en de impact van luchtvervuiling onderzochten werd bij Sander het zaadje voor deze docu in zijn geest geplant. En nu is die er! Kijken dus die docu. Hier is die te zien.

9 REACTIES

9 Reacties
Oudste
Nieuwste Meest gestemd
Inline feedbacks
Bekijk alle reacties
Niek!
1 jaar geleden

‘morgen heren, een prachtige vertelvorm! Het maakt een complexe materie toegankelijk(er) voor een grote(re) groep. Tegelijkertijd nodigt het je uit om je eigen gedachten (toepassingen) er op los te laten. En de fraaie illustraties maken het verhaal helemaal compleet. Chapeau!

Edwin Gardner
Beheerder
1 jaar geleden
Antwoord aan  Niek!

Ha niek, dank je wel. Goed om te horen!

Willemijn
Willemijn
1 jaar geleden

Interessant verhaal! Dat schept weer enige vertrouwen in de toekomst, in deze warrige tijden…
Wat ik me al jaren afvraag; waar blijft het onafhankelijke, niet-commerciële ware sociaal medium nou, waar mensen/particulieren zelf eigenaar zijn van wat ze delen en gewoon veilig hun vakantiefoto’s kunnen delen? Weten jullie of daar ergens aan gewerkt wordt?

Edwin Gardner
Beheerder
1 jaar geleden
Antwoord aan  Willemijn

Ik stel me voor dat het een soort combinatie is van https://blueskyweb.org/ dat draait op het https://atproto.com/ en waar de data wordt opgeborgen in https://solidproject.org/ (van Tim Berners Lee die ook het WWW uitvond) en/of https://ipfs.tech/

Met andere worden veel mensen zien de bovenstaande problemen en werken aan (onderdelen van) een oplossing. Dit in combinatie met de Europese DSA en DMA wetgeving die eraan komt volgend jaar, kan dit het WWW een gezonder en democratischere plek gaan maken. 🤞 🤞

Laatst bewerkt op 1 jaar geleden door Edwin Gardner
Willemijn
Willemijn
1 jaar geleden
Antwoord aan  Edwin Gardner

Ah gelukkig 😊🤞
Dank voor je reactie!

Edwin Gardner
Beheerder
1 jaar geleden
Dirk
1 jaar geleden

Heel inspirerend verhaal, compliment! Geeft me vertrouwen dat er ook een oplossing is om uit deze digitale misere te komen. Wat zo optimistisch begon met digitale steden. En… Het daagt mij uit om over mijn eigen gebied na te denken vanuit de toekomst.

Christiaan Fruneaux
Beheerder
Christiaan Fruneaux
1 jaar geleden
Antwoord aan  Dirk

Dankjewel. Goed te horen, Dirk. Volgende week posten we denk ik het vervolg van dit scenario.

Fred
Fred
1 jaar geleden

Dag heren Crononauten,

Een mooie opsomming van kansen en mogelijkheden. Over deze onderwerpen vertel ik ook aan de hogeschool. Naast dat energie en Co2 zo ongrijpbaar lijken, blijken ze te gelijk heel berekenbaar te zijn. Niet alleen technisch maar ook economisch. Tenminste als er geen oorlog en speculaties de kop op steken zoals nu. Met mijn studenten kom ik dat ook iedere keer op uit dat de transitie niet een technisch economisch probleem is, maar een sociaal economisch probleem. Er hangen gewoon heel veel financiële belangen in de bestaande samenleving aan de oude energie systemen. Het grote vraagstuk is dan ook hoe verleid je mensen om de nieuwe mogelijkheden te zien en de oude belangen los te laten. Dit is helemaal geen onwil, maar er ontbreekt gewoon te veel urgentie. Ik ben een beetje bang dat die urgentie straks alleen niet leuk is, maar pijnlijk. Zoals de klub van Rome al liet zien. Misschien een leuk vraagstuk voor “het langere nu”..

Onze dossiers