Dit is #5 in de Build-in-Publicreeks over hoe Christiaan en Edwin (Studio Monnik) aan De Chrononauten bouwen: een nieuwsbrief en communityplatform voor langetermijndenken.
👋 Help ons nieuw publiek te bereiken door deze email door te sturen naar je vrienden en familie!
Beste allemaal,
Na de mail van vorige week hebben we opnieuw veel leuke reacties gekregen, en ook opnieuw veel dank daarvoor. Wat bijzonder hartverwarmend is dat een aantal mensen hebben aangeboden om vanuit hun expertise een actieve rol te gaan spelen in De Chrononauten. Echt te gek! Nu zijn we zelf uiteraard nog volop aan het uitvogelen wat er allemaal nodig is om een nieuwsbrief te runnen, maar we voelen al een proto-gemeenschap voor langetermijndenken vorm krijgen.
Dat gezegd, zagen we dat de meeste clicks in de mail van vorige week waren voor Jaspers poster van ons World Tree model. Dus we dachten, wellicht is dit een goed moment om jullie iets meer te vertellen over dit historische-futuristische denkraam. Want hoe doe je dat eigenlijk, langetermijndenken? Nu is daar niet één ijzersterk en fool proof recept voor, maar we kunnen wel iets vertellen over hoe wij dat doen. Hoe wij de grote verschuivingen van onze tijd duiden en doortrekken naar mogelijke toekomstscenario’s.
Build-in-public #5 gaat dus over hoe wij nu nadenken over Het Lange Nu, net als Build-in-Public #6. Deze week bespreken we namelijk de merites van kwantitatieve rekenmodellen en kwalitatieve denkramen. Volgende week gaan we dieper in op ons World Tree model, alhoewel we hier beneden wel alvast een kleine sneakpeak geven.
- Deze mail is dus deel 1 van 2 delen waarin we ons World Tree model met jullie willen bespreken. Dit lijkt ons wel gepast, omdat onze ideeën over toekomstdenken ongetwijfeld onze redactionele keuzes beïnvloedt.
- Het wordt een iets langere mail deze keer, maar we hopen dat het wel een boeiende en een vol langetermijngedachten is. En omdat het hier al-doende-leert-men is, mocht je deze mail veel te lang vinden: laat het ons weten!
Hoe doe je dat eigenlijk, langetermijndenken?
Tijdens de verkiezingscampagnes was er opeens een interessant moment waarin langetermijndenken ter sprake kwam.
In de radio-uitzending van het NPO-programma ‘Dit is de dag’ legde Esther Ouwehand, van de Partij voor de Dieren, namelijk aan EO-journalist Tijs van den Brink uit waarom ze hun partijprogramma niet hebben laten doorrekenen door het CPB. Volgens Ouwehand laten de modellen van het CPB namelijk “geen ruimte voor een radicale koerswijziging zoals de Partij voor de Dieren die heeft”. Volgens Ouwehand zijn de modellen dus niet geschikt voor partijen met een langetermijnvisie. (Disclosure: zowel Edwin als Christiaan hebben op de Partij van de Dieren gestemd.)
Tijs van den Brink kon zijn oren nauwelijks geloven: “Ze kunnen wel de staatsschuld in 02060 uitrekenen. Dat is toch behoorlijk lange termijn?”. Ook concludeert hij: “Maar dat betekent wel dat ik alleen maar een idealistische en ideologische stem op u kan uitbrengen want als ik wil weten wat jullie programma concreet gaat betekenen dan kan ik het niet vergelijken met andere partijen, en dat vind ik jammer.”
Het was een interessant moment, omdat het gesprek blootlegt hoe wij (als samenleving) ons verhouden tot toekomstmodellen. Want hoewel de toekomst kwantitatief onkenbaar is – we kunnen de toekomst immers niet meten, berekenen of met sondes verkennen, doen we op het hoogste niveau wel gewoon alsof. Ondanks dat economen nog nooit een economische crisis hebben voorspeld (alleen achteraf hebben verklaard) blijven journalisten en politici geloven in de modellen van het CPB.
Kwantitatieve toekomstmodellen zijn niet betrouwbaar om één simpele reden: ze laten de meeste variabelen buiten beschouwing. Daar zijn ze ook niet geheimzinnig over. Economen hebben er zelfs een woord voor: externaliteiten. Externaliteiten zijn kosten (soms baten) die ze gemakshalve niet meerekenen, omdat ze op dit moment niet door ons hoeven te worden betaald. Wat meestal betekent dat arme mensen in verre landen of ons nageslacht ervoor opdraaien. Denk aan de kosten voor vervuiling, gronderosie, ontbossing, biodiversiteitsverlies en klimaatverandering.
Maar, zoals Ouwehand in het gesprek opmerkt, zijn er meer zaken die niet worden meegenomen in de modellen. Denk aan oorlogen, pandemieën en natuurrampen. Denk ook aan cultuurverandering. Kosten en baten die komen kijken bij een verandering in ons collectieve gedrag, daar kunnen de rekenmeesters niets mee. CPB-algoritmes zijn namelijk gebaseerd op bepaalde aannames van ons huidige economische gedrag. Als we, zoals de PvdD graag wil, ons in de toekomst anders gaan gedragen, dan kloppen de rekenmodellen ook niet meer.
Een mooi voorbeeld hiervan is het World3 model. Het World3 model was een computermodel waarop de Club van Rome het Limits to Growth rapport (01972) baseerde. De algoritmes van het World3 model voorspelden dat als de wereldeconomie alsmaar zou doorgroeien onze huidige beschaving zo rond 02030 in elkaar zou storten. De draagkracht van de aarde zou dan haar grens hebben bereikt. Het World3 model deed dus een – overigens fascinerende – poging om het einde van de groeisamenleving te voorspellen. Wat het niet kon voorspellen was hoe een post-groeisamenleving er uit zou kunnen zien. Een post-groeisamenleving zou namelijk zijn gebaseerd op andere economische logica’s.
Hierboven zie je een schematische weergave van het World3 model. Alle blokjes en lijntjes stellen variabelen voor die in een bepaalde verhouding met elkaar staan. Denk bijvoorbeeld aan bevolkingsgroei die in een bepaalde verhouding staat tot de bekende voorraden koper in de wereld, die weer in een bepaalde verhouding staat met vervuiling door zware metalen. Die verhoudingen zijn gebaseerd op bepaalde aannames van ons economische gedrag. Ze zitten vast in het model geprogrammeerd. Als we ons gedrag veranderen, of als ons gedrag anders is dan ze denken dat het is, dan kloppen de verhoudingen niet meer. Daardoor werkt het model niet meer. Een kwantitatief model is dus zo goed als de aannames van ons gedrag die eraan ten grondslag liggen en kan sowieso niet verder kijken dan die aannames.
De aannames over ons gedrag die ten grondslag liggen aan bijvoorbeeld de CPB-modellen zijn uiteraard niet objectief. Ze worden geïnformeerd door een economische ideologie die weer voorziet in een bepaald mensbeeld – de welbekende Homo Economicus. Jammer dus voor EO-journalist Tijs van den Brink, maar de toekomst is hoe dan ook een terrein waar alleen ideeën, idealen en ideologieën toegang tot geven. Of je deze nou stopt in een CPB-rekenmodel of in een partijprogramma, zoals de Partij voor de Dieren doet. Beter is het om deze ideeën, idealen en ideologieën te erkennen dan om jezelf wijs te maken dat ze er niet zijn. Dan valt er tenminste nog een eerlijk en goed gesprek over te voeren. Nu vermommen we subjectieve idealen als objectieve rekenmodellen en wentelen we ons in de schijnveiligheid die dit ons biedt.
Hoe kan je de toekomst dan wel bespreekbaar maken?
Ideeën, idealen en ideologieën zijn niet genoeg om de toekomst tot leven te wekken. Het zijn namelijk geen heldere toekomstscenario’s die je met elkaar kan onderzoeken op hun merites. Ideeën, idealen en ideologieën zijn vaak te abstract en te geïsoleerd. Ze missen een invoelbare beleving van hoe ze zouden kunnen uitpakken. Ook missen ze historische context, wat belangrijk is om ze geloofwaardig te maken. Want de toekomst komt niet uit de lucht vallen, het bouwt voort op wat eraan voorafging. Wat dus nodig is, dachten wij, is historische kennis en speculatieve verbeeldingskracht. (Wat wellicht twee kanten van dezelfde munt zijn.) Alleen met kennis en verbeeldingskracht kunnen ideeën worden ingebed in een historische context en worden doorgetrokken naar geloofwaardige toekomstscenario’s.
En dat is natuurlijk ook meteen het probleem. Want kennis en verbeeldingskracht zijn niet iedereen gegeven. “Goed idee, het gaat alleen nooit werken,” is een veel gehoord antwoord. De meeste mensen zitten vast in hun eigen ideeën over de wereld. Wat niet vreemd is, want ze hebben daar flink wat tijd en energie in geïnvesteerd. Niet iets om zomaar los te laten. In ieder geval niet bij ieder goedkoop idee dat langs komt vliegen. Wat we nodig hebben is dus een soort krachtige verbeeldingsmachine. Een machine die mensen los kan weken van hun vooringenomenheid en mee kan nemen naar allerlei mogelijke toekomsten – zodat ze een idee of ideaal kunnen onderzoeken op hun eigen merites. Dit is natuurlijk makkelijker gezegd dan gedaan. ‘Goede ideeën’ zijn namelijk plat en goedkoop, goede toekomstscenario’s niet: die zijn vol en duur.
Toen wij negen jaar geleden begonnen na te denken over een duurzame en gelijkwaardige toekomst en concludeerden dat een kwantitatief model ons niet zou kunnen helpen, gingen we dus op zoek naar zo’n verbeeldingsmachine. Wat we wilden bouwen was een historisch-futuristisch denkraam waarin ideeën en idealen worden voorzien van de historische context en onderbouwing waardoor we ze niet alleen kunnen doortrekken naar geloofwaardige toekomstscenario’s, maar waardoor ook nieuwe ideeën en idealen ontdekt kunnen worden. Een denkraam dat je over je eigen vooringenomenheid heen kan trekken. Als we vervolgens in staat zijn om deze toekomstscenario’s geloofwaardig, invoelbaar en bespreekbaar te maken, dan hebben we in ieder geval een manier gevonden om de toekomst werkbaar te maken. Want de toekomst is dan misschien wel objectief onkenbaar, we moeten ons er toch toe verhouden.
Maar hoe bouw je zo’n historisch-futuristisch denkraam, zo’n verbeeldingsmachine – waar begin je in godsnaam?
Wij begonnen met de aanname dat hoe de toekomst ook gaat uitpakken; het ligt in het verlengde van het verleden. We besloten geen rekening te houden met opzwellende zonnen, moordlustige bezoekers uit een ander sterrenstelsel of astroïden op ramkoers die too big to kill zijn. Niet dat we dachten dat dit soort scenario’s niet kunnen gebeuren. Het is meer dat toekomstscenario’s niet zoveel zin meer hebben als ze gebeuren. De samenleving van vandaag de dag, in al haar diversiteit en verscheidenheid, is volgens ons de uitkomst van culturele en technologische krachten die een historische context hebben. Dus begonnen we met nadenken over manieren hoe we deze historische drijfveren in kaart konden brengen, zodat we ze later konden doortrekken naar mogelijke toekomstscenario’s.
Om een lang verhaal kort te maken: we ontwikkelden een historisch-futuristisch denkraam dat we het World Tree model noemden. De naam is een ode aan de rekenmeesters van het World3 model. Dit ging niet over één nacht ijs en het denkraam is uiteraard nog steeds volop in ontwikkeling. Dat zal hopelijk nooit stoppen. (De poster die we jullie vorige week meegaven is ook alweer 4 jaar oud.)
Wat is het World Tree model?
Hier gaan we volgende week meer over vertellen. Maar om jullie niet in spanning achter te laten, bij deze alvast een korte samenvatting.
Het World Tree model is gebaseerd op een herinterpretatie van de Westerse (Vroeg)Moderne Tijd, de overkoepelende cultuur in wiens staartje we ons nu bevinden. Want zoals duurzaamheidsprofessor Jan Rotmans het zo mooi verwoordt: ‘We leven niet in een tijdperk van verandering, maar in een verandering van tijdperk’. Maar wat is dan dat tijdperk dat we achter ons laten, en wat is het tijdperk waar we naar toe bewegen?
Volgens ons is het tijdperk dat we achter ons laten de Westerse Moderniteit – een cultuur die zichtbaar werd zo halverwege de 15de eeuw in Europa en die sinds ongeveer halverwege de 20ste eeuw op zijn laatste benen loopt. We zitten dus in een overgang naar een nieuw historisch tijdperk. Een tijdperk dat vooralsnog nog geen naam heeft. Volgende week stellen wij vier verschillende namen voor, voor dit nieuwe tijdperk. Vier namen die, volgens ons, inzicht geven in de belangrijkste aspecten van het tijdperk waar we naar toe bewegen. We denken dat ze de grootste verschuivingen van onze tijd duidelijk maken, die samen weer zorgen voor allerlei onderliggende verschuivingen.
Deze vier namen zijn:
- De Volwassen Tijd: van expansieve groei naar intensieve groei.
- De Turing Tijd: van boekdrukkunst naar digitalisering.
- De Romantische Tijd: van Homo Economicus naar Homo Romanticus.
- De Gewortelde Tijd: van veranderlijkheid naar geworteldheid.
🇪🇺 Het model is inderdaad ietwat Eurocentrisch, dat geeft absoluut beperkingen – zeker met de opkomst van Oost-Azië – maar we werken aan het verbreden van zijn culturele scope en legitimiteit. Ook hierover volgende week meer.
🌪️ Ook hopen we volgende week te schrijven over de maatschappelijke dynamiek die gepaard gaat met grote culturele of technologische verschuivingen. Terugkijkend naar de laatste 600 jaar lijkt elke verschuiving namelijk eerst disruptie te veroorzaken, om vervolgens emancipatie te bewerkstelligen.
En hoe werkt de Verbeeldingsmachine dan?
Als laatste notitie: een historisch-futuristisch denkraam is nog geen verbeeldingsmachine. Het legt er wel de basis voor. Onze eerste geslaagde pogingen om verbeeldingsmachines te maken noemden we Impact Labs. Dit zijn een soort scenarioworkshops waarin we deelnemers meenemen op een reis door een verleden, een heden en een toekomst. De scenario’s moeten zowel inspireren als confronteren. Het zijn geen guru-voorspellingen. Ze moeten voor de deelnemers vooral de juiste vragen oproepen.
Tot onze grote vreugde hebben we gemerkt dat dit heel goed werkt. Goed onderbouwde toekomstscenario’s zijn een uitstekend instrument om mensen los te weken van hun vooringenomenheid – iets waar we allemaal last van hebben. Toekomstscenario’s over hedendaagse ideeën en ontwikkelingen confronteren mensen met hun eigen aannames en ze inspireren mensen om te denken in mogelijkheden. Onderbouwde toekomstscenario’s zijn dus een goed instrument om het te hebben over wat we willen van de toekomst. En wat dit betekent voor ons handelen vandaag. We kijken immers naar morgen om ons vandaag beter te kunnen positioneren.
Dus verbeeldingsmachines werken. In ieder geval in een soort theatrale setting. Nu willen we een grotere machine bouwen. Met jullie. Want onze ambitie is om van De Chrononauten een verbeeldingsmachine te maken. Vol speculatieve scenario’s die we dan kunnen onderzoeken op hun merites en die we vervolgens ook de wereld in kunnen gooien.
Dank voor het lezen en veel Paasgroeten 🐰
Christiaan Fruneaux en Edwin Gardner