👋 Hallo, Ed en Chris hier. Het hier en nu is een moment dat eeuwen beslaat. In de Atlas van het Lange Nu duiden we onze snel veranderende wereld daarom door de bril van de langetermijndenker en met de gereedschapskist van de speculatieve maker.
🦠 In deze editie gaan we op zoek naar een gezonde planetaire stofwisseling. Leren we over de bouw van een moleculaire atlas van onze leefwereld – het exposoom -, hoe de natuur onze fabriek kan worden en delen we een indruk uit ons aanstaande boek.
Op het moment van schrijven is de biodiversiteitstop van de VN in Montreal in zijn laatste fase beland. Hoewel deze top wereldwijd lang niet zoveel aandacht krijgt als de Klimaattop van nog maar een maand of wat geleden, is de inzet urgenter en fundamenteler. Zonder biodiversiteit storten ecologische systemen namelijk in en daarmee ook de menselijke soort. Ook wij zijn immers onderdeel van de natuur, al wordt dat soms nog wel eens vergeten.
Naar aanleiding van de bijeenkomst in Montreal willen we onze verhouding tot de natuur eens overdenken, en onderzoeken wat er nodig is om het rijke leven op aarde veilig te stellen en te laten floreren. Eerst zullen we verkennen wat natuur eigenlijk is en hoe natuurbescherming eruit zou kunnen zien. Wat ons betreft zijn er grofweg twee natuurbeelden:
🏞️ De natuur als een ongerepte wildernis waar, idealiter, geen spoor van menselijke activiteit te vinden is. Natuurlijkheid als tegenhanger van de kunstmatigheid van menselijke cultuur, steden en industrie. Het natuurlijke staat voor het eigene, het spontane en het oorspronkelijke; het is de keerzijde van beschaving, opvoeding en conditionering. Dit natuurbeeld past in de moderne dichotomie natuur vs. cultuur, nature vs. nurture. De beschermingsstrategie die hierbij past is die van het hek. Een hek dat om het natuurgebied staat en de onschuldige natuur moet beschermen tegen oprukkende steden, de kwaadaardige industrie en intensieve landbouw.

🧬 De natuur als levende materie, als een evoluerend informatiepatroon dat in staat is zichzelf voort te planten en zich bewust te zijn. In deze visie is de natuur dat wat leeft, van de kleinste eencellige tot de grootste walvis en alle manieren waarop ze met elkaar interacteren. De tegenhanger van de levende natuur is de ‘dode’ natuur van rotsen, zand, water, gassen en alle atomen en anorganische moleculen.

Dit laatste natuurbeeld is existentiëler en inclusiever dan het inmiddels wat achterhaalde idee van de natuur als wildernis.
💀 Existentieel, want tja, zonder leven is er letterlijk niks. Als er geen bewustzijn bestaat, geen enkele waarnemer van het universum, is dat universum er dan überhaupt wel?
🤗 De natuur zien als alles wat leeft is radicaal inclusief. In de natuur als wildernis is geen plek voor de mens, tenzij die al zijn moderne cultuur en beschaving afwerpt en weer een ‘wilde’ wordt. Het is natuurlijk evident dat de mens wél onderdeel is van alles wat leeft, en dus onderdeel is van de natuur.
Terug naar Montreal en het beschermingsvraagstuk.
In Montreal is de strategie van ‘het hek’ een van de belangrijkste prioriteiten. Zo wordt er door veel partijen ingezet op het 30×30 plan, waarbij in 02030 30% van het land- en zeeoppervlak beschermd moet zijn. Maar veel wetenschappelijke studies wijzen erop dat er eerder 50% bescherming nodig is (zie dit artikel in Time magazine) om de natuur een kans te geven zich te herstellen en de biodiversiteit veilig te stellen.
Dit is uiteraard superbelangrijk, maar het is niet genoeg.
Klimaatverandering en stikstof laten zich niet tegenhouden door een hek. Chemische vervuiling is alom aanwezig. Het zit in de producten die we gebruiken, de lucht die we inademen, het voedsel dat we eten en het water dat we drinken. Geen hek, afscheiding of mondkapje beschermt hier uiteindelijk tegen. Al deze giftige stoffen verstoren de gezondheid van het leven op aarde, van de kleinste plankton midden in de oceaan tot de mensendieren in de grote stad.
Planetary Detox
🦠
Op zoek naar een gezonde planetaire stofwisseling
Een passende metafoor voor de natuur als grote, diverse, levende gemeenschap die overal om ons heen is, is die van de stofwisseling; een web van wisselwerkingen, van het metabolisme in onze lichamen en de intieme relaties met ons microbioom tot de voedselketens van enorme ecosystemen. Deze stofwisseling verbindt de levende natuur met de ‘dode’ natuur. Veel van de voedingstoffen die het leven nodig heeft zijn immers mineralen, ijzer, water en zonlicht, al dan niet verpakt in een biefstuk of een blaadje sla. Sterker nog, het leven is ooit voortgekomen uit niet-levende chemische processen (een rabbit hole waar we een andere keer nog wel eens in zullen duiken).
Waar het op neer komt is dat op moleculair niveau het onderscheidt tussen levend en niet-levend eigenlijk niet echt bestaat. De mens en het leven zelf is een dynamisch chemisch proces dat continu stoffen uitwisselt met de moleculaire cocktail waarin we leven. Ook giftige en schadelijk stoffen vinden hierin op vaak onnavolgbare wijze hun weg en richtten op allerlei plekken schade aan. Dus als we een gezonde biosfeer willen, zowel in onze eigen lichaam als in de verste wildernis, dan moeten we de gehele planetaire stofwisseling aan een detox kuur onderwerpen.
Het ontgiften van onze maatschappij is echter geen sinecure. Alle productieketens zullen opgeschoond en gereorganiseerd moeten worden om de stofwisseling weer gezond te maken. Van grondstof tot afvalstof en van zaadje tot drol. Kringlopen dienen gesloten te worden en producten moeten zo gemaakt worden dat ze herbruikbaar, biologisch afbreekbaar en/of onschadelijk zijn.
Wat is hiervoor nodig? Om te beginnen hebben we een kaart nodig.
Het Exposoom: een moleculaire atlas van onze habitat
🗺️
Onze gezondheid en ook de gezondheid van al het andere leven zou je kunnen samenvatten als de uitkomst van de som: genen + omgevingsfactoren. De afgelopen decennia is er veel vooruitgang geboekt met het in kaart brengen van onze genen, en leren we steeds meer over welke genen wat doen. Met de CRISPR-Cas-technologie kunnen we tegenwoordig DNA lezen én schrijven. Maar DNA is slechts een stukje van de puzzel van wie we zijn, waar we wel en niet gevoelig voor zijn en voor welke ziektes we vatbaar zijn. De andere helft van de puzzel ligt in de leefomgeving waaraan we van baarmoeder tot graf worden blootgesteld.
De moderne mens leeft in een radicaal ander soort omgeving dan onze voorouders, de jager-verzamelaars. Beiden behoren echter tot dezelfde menssoort, de Homo Sapiens, en hun DNA komt overeen. Echter, de moderne mens heeft last van hooikoorts en diverse voedselallergieën, iets waar onze voorouders geen last van hadden en waar nog levende jager-verzamelaarculturen ook geen last van hebben. Een van de oorzaken hiervan ligt in het verarmde microbioom van de moderne mens. De maar liefst 1 tot 2 kilo microben die op en in ons leven spelen een cruciale rol in onze spijsvertering en het opnemen van voedingstoffen. Biodiversiteit gaat dus niet alleen over de grote natuur buiten, maar ook over de kleine natuur diep vanbinnen.

Aan de Universiteit Utrecht hebben ze het Exposoom-project opgetuigd, een groot onderzoeksproject naar alles waar de mens zich aan blootstelt. Een enorme onderneming, want waren er in 02002 zo’n 20 miljoen verschillende chemicaliën te vinden in onze leefomgeving, in 02019 waren dat er inmiddels zo’n 156 miljoen. Sommige hiervan worden door natuurlijke processen gemaakt en andere door de chemische industrie, sommige zijn fantastisch, heilzaam en gezond, andere zijn schadelijk, giftig of zelfs dodelijk. Van veel van de nieuw geproduceerde chemicaliën weten we verontrustend genoeg niet wat ze met ons doen, terwijl ze wel in onze kleding, meubels, speelgoed, water, voeding, cosmetica en medicijnen zitten. We zijn dus ongewild onderdeel van een enorm chemisch experiment.
Veel van deze chemicaliën brengen onze stofwisseling en allerlei lichamelijke processen in de war, waardoor bijvoorbeeld onze hormonen uit balans raken (endocrine disrupting chemicals, EDC’s) en/of we obesitas, diabetes en andere ziektes krijgen. Maar ook depressie, Parkinson, kanker, hart- en vaatziekten, eigenlijk alles wat gemakshalve onder de morbide term ‘welvaartsziekten’ valt, is (deels) te herleiden tot stoffen waar we ons gedurende ons leven aan blootstellen.

Wil je meer weten over het Exposoom-project en wat er zoal onderzocht wordt, lees dan: Het exposoom, de grootste beïnvloeder van onze gezondheid, decoderen.
De natuur als fabriek: van petrochemie naar biochemie
🧪
Het is belangrijk om in kaart te brengen wat slecht voor ons is. Maar van veel stoffen weten we dat al en daar moeten we dus zo snel mogelijk vanaf. Maar hoe dan? De industriële voedselvoorziening leunt sterk op pesticiden, kunstmest en antibiotica. Plastic is schadelijk als afval, maar veel producten en processen in onze moderne wereld zijn ervan afhankelijk. Zoals de houdbaarheid van voedsel of de hygiëne in ziekenhuizen. In het stuk ‘What would happen if we stopped using plastic’ op BBC Future wordt uitgebreid verkend waarom we nog niet zo makkelijk van plastics afkomen.
Voor zowel de productie van voedsel als materialen wordt er druk gebouwd aan een veel schonere keten. Beide leunen nu namelijk zwaar op de petrochemie, waardoor de gehele keten vervuilend is, van de winning, de raffinage en het gebruik, tot de uiteindelijke afvalfase. Wat als deze hele keten verduurzaamd wordt en louter gebaseerd is op biochemische processen? Kunnen we dan een betekenisvolle stap zetten in het detoxen van de planeet? Laten we om te beginnen eens kijken naar de kop en de staart van deze keten.
Biologische grondstoffen 🦠 Als je grondstoffen niet van fossiele bronnen wil maken, zijn biologische bronnen dan een oplossing? In het BBC Future-artikel hierboven nemen ze textiel als voorbeeld. In 02018 was 62% van al het textiel synthetisch en dus van petrochemische origine. Nu zou je dit kunnen vervangen door natuurlijke grondstoffen zoals hennep of katoen, maar dan zou deze productie enorm opgeschaald moeten worden. Katoen verbruikt nu 2,5% van het wereldwijde landbouwareaal en 16% procent van alle insecticide. Met andere woorden, als de grondstoffen niet van onder de grond komen moeten we ze boven de grond kweken. En dit zorgt meteen voor meer druk op de levende natuur. Zelfs als we minder zouden gaan consumeren en zonder pesticiden kunnen werken, dan nog is er te veel ruimte nodig voor het kweken van alle grondstoffen op land voor acht miljard mensen.
Een andere route is wat sommigen de tweede domesticatie noemen. De eerste domesticatie verwijst naar het domesticeren van macro-organismen zoals planten (worden gewassen) en dieren (worden vee). De tweede domesticatie gaat over het domesticeren van micro-organismen zoals bacteriën, gisten en schimmels. In het kort komt het erop neer dat je als input suikers (koolhydraten) in een bioreactor stopt, en dat micro-organismen hieruit de gewenste chemische grondstof produceren. Het werkt hetzelfde als bierbrouwen alleen dan gecombineerd met digitale rekenkracht en synthetische microben. Deze suikers kunnen zowel uit eetbare grondstoffen komen, zoals mais, maar ook uit de niet-eetbare stengel van de mais, en dus ook uit grassen of andere biomassa.

De ideale oplossing zou zijn dat deze microbische fabrieken niet meer afhankelijk zijn van macro-organische inputs, maar dat er direct gewerkt kan worden met anorganische moleculen. Dit is al mogelijk. Zo is de Finse startup Solar foods begonnen met de certificering van een nieuw eetbaar eiwit, solein, dat gemaakt wordt uit lucht. Ze voeden hun micro-organismen met zonne-energie, CO2 en waterdamp uit de atmosfeer en een kleine hoeveelheid nutriënten. Een dergelijke oplossing zou letterlijk voedsel- en materiaalproductie los kunnen koppelen van de biosfeer, en daarmee geen beslag hoeven leggen op een landoppervlak, geen gif en antibiotica hoeven spuiten en geen kunstmest hoeven uitrijden. Een goeie oplossing, denken wij.

Biologische afvalverwerking 🌱 Stel dat je op een schone manier de benodigde materialen kan produceren, wat gebeurt er dan aan het einde van het leven van een gebruiksobject, na reparatie, hergebruik en recycling? Kan je alles biologisch afbreekbaar of onschadelijk maken? En zo ja, hoe dan?
Het probleem zit ’m in de vaagheid van de term ‘biologisch afbreekbaar’. Want bijna alles is biologisch afbreekbaar als je maar lang genoeg wacht. Maar tien, honderd of duizend jaar wachten tot afval onschadelijk is gemaakt is nogal een verschil. Daarnaast is iets wat met biologische grondstoffen op ecologisch verantwoorde wijze gemaakt is, zoals een bioplastic, niet automatisch onschadelijk. Dat hangt allemaal af van hoe het verwerkt zal worden.
Uiteraard wil je ten eerste dat iets überhaupt geen afval wordt, maar dat het gewoon weer een grondstof wordt voor de grote microbische brouwerij (microben lusten namelijk echt bijna alles, ook plastic), of dat het gecomposteerd wordt. Maar bij het circulair maken van deze ketens is het essentieel dat ze gifvrij worden. Want wanneer er gif in de cyclus komt, dan zit het uiteindelijk ook weer in de producten die je ermee maakt, of in de compost waar je je voedsel op groeit.
Echter, enkel technologisch vindingrijkheid is niet genoeg. Om deze transitie tot een succes te maken is een verandering van onze cultuur nodig.
Indrukken uit de Gewortelde Tijd

Wanneer ons relatie met de natuur niet meer wordt gedefinieerd door het controlerende hek maar door een intieme stofwisseling dan zal dat wellicht ook betekenen dat we onze walgingsimpuls zullen moeten leren bedwingen. Dat vraagt nogal wat van de mens, want deze impuls zit diep verankert in zowel onze cultuur als natuur. Hieronder een speculatieve geschiedenis over hoe we misschien onze walging zouden kunnen overwinnen. Het fragment komt uit Alles komt goed, onze gids naar een mogelijk Amsterdam aan het eind van deze eeuw in wat ze dan de Gewortelde Tijd noemen. Maar voor dat de Gewortelde Tijd z’n naam kreeg moesten we met z’n allen door iets heen.

Een geschiedenis
De Jaren van Walging
(02037-02047)
Toen de wereld, eind jaren dertig van deze eeuw, serieus begon te bouwen in synergie met de natuur kwam ook een wereldwijde tegenbeweging op. Een culturele tegenstroom van mensen die, volgens eigen zeggen, een sterke walging ervaarden naar de verwildering van de stedelijke omgeving. Ze klaagden over ongedierte, ziekten, hooikoorts en andere allergieën. Maar dat waren gelegenheidsargumenten, gaven ook zei vaak ietwat onwillig toe. Hun onderliggende klacht was walging. Het idee dat ze moesten samenwerken en samenleven met schimmels, bacteriën, amoebes, planten en beesten vervulde hen met een diepe emotionele weerstand.
Terugkijkend is de walging niet vreemd. Gedurende de hele geschiedenis hebben mensen geprobeerd om de natuur op afstand te houden. Zo waren de eerste wetten, vaak religieus van aard, hygiënische regels. Voorschriften over wat je wel en niet mocht eten, hoe je dit eten moest klaarmaken en over wanneer en hoe je je lichaam moest reinigen. Deze regels waren erg nuttig in een wereld zonder koelkasten, riolering, vaccinaties en antibiotica. Walging had een functie. Het zorgde ervoor dat je wegbleef van zaken die niet goed voor je waren. Maar, op de lange termijn, droeg het er ook aan bij dat we de natuur ondergeschikt maakten aan onze eigen belangen, wat bijna leidde tot de vernietiging van de aardse biosfeer.
In de 21ste eeuw moest de mensheid dus opnieuw leren samenleven met de natuur. En op een manier die in het voordeel was van al het leven op aarde. Dit ging uiteraard niet over één nacht ijs. Veel mensen hadden een epigenetische aanleg voor walging en smetvrees. Iets wat hun voorouders waarschijnlijk heeft helpen overleven maar dat in de 21ste eeuw niet meer de handigste eigenschap was. Gelukkig voor alle walgers in de wereld was er een decennium eerder een ontdekking gedaan die hen kon helpen. In 02033 was een schimmel ontdekt met helende en geestverruimende eigenschappen die goed hielpen bij het ombuigen van allerlei ingesleten routines, vastgeroeste gedragingen en nare dogmatische attitudes. Alsook met therapeutisch herprogrammeren van een bepaalde epigenetische aanleg.
Omdat deze zogenaamde toverboleet bijzonder aangenaam was in gebruik doofden de Jaren van Walging vanzelf uit. De snel voortschrijdende klimaatcrisis en natuurcrisis waren nu ook evident, voor iedereen, waar je ook woonde. Dus terug naar af was overduidelijk geen optie meer. Zelfs de meest fanatieke smetvrezige mopperkonten kozen op een gegeven moment eieren – of beter gezegd; paddo’s – voor hun geld. Het was een bevrijdend moment. Voor de wereld, maar vooral voor henzelf.

❤️ Liefs Ed & Chris