Drie archetypes waarmee we ons tijdsgewricht beter kunnen duiden

-

👋 Hallo, Ed en Chris hier. Het hier en nu is een moment dat eeuwen beslaat. In deze nieuwsbrief zoomen we uit en duiden we onze veranderende wereld door de bril van de langetermijndenker en met de gereedschapskist van de speculatieve maker.

We hebben het afgelopen jaar veel geschreven over digitalisering en wat dit betekent voor onze democratische waarden, tradities en instituties.

Ook dit jaar zullen we onze gedachten hierover met jullie blijven delen, maar we willen ook wat meer aandacht besteden aan die andere tektonische verschuiving in onze samenleving: de opkomst van de Homo Romanticus.

De Homo Romanticus is één van de drie culturele archetypen die we hebben ontwikkeld in het verlengde van ons historisch-futuristische denkraam, onze conceptuele gereedschapskist waarmee we historische trends en verschuivingen kunnen duiden en kunnen doortrekken naar onderbouwde toekomstscenario’s.

De andere twee archetypen zijn de Homo Nobilis, het archetype dat dominant was in de Middeleeuwen, en de Homo Economicus, het moderne archetype dat nu langzaam terrein verliest.

De archetypen kan je begrijpen als een soort mens- en wereldbeelden die dominant waren in een bepaalde periode in de Westerse geschiedenis. Maar ook als ze langzaam hun culturele invloed verliezen, verdwijnen ze niet helemaal. Ze zijn alle drie nog steeds onder ons, en zitten nog steeds in ons. 

Maar wat is zo’n cultureel archetype eigenlijk? Hoe kan je ’m begrijpen? Wat zeggen deze archetypen over onszelf, over de wereld die we achter ons laten en over de samenleving van morgen?

Deze week dus wat cultuurfilosofische overwegingen over onze archetypen, hoe ze te begrijpen en hoe ze te gebruiken om de toekomst in kaart te brengen.


⟻ HOMO ROMANTICUS  ⟼

Dit stuk is onderdeel van een nieuwe redactionele categorie waarin we schrijven over ons verschuivende mens- en wereldbeeld en wat dit betekent voor onze toekomstige samenleving. Zie hier voor meer artikelen in deze reeks.

Wat zijn Archetypen?

🗿

Zoals de vaste lezers onder jullie weten, zijn we op het spoor van de Homo Romanticus gekomen toen we tien jaar geleden veel in Tokio werkten. Na maanden hard werken liep met name Christiaan tegen iets aan, iets wat hem uit balans bracht, een soort onzichtbare muur. Omdat hij in Indonesië ooit de volle spanningsboog van de cultuurschok had doorlopen, kon zijn ongemak relatief snel geduid worden.

Cultuurschok voelt alsof je jezelf door een dik, onzichtbaar, krachtenveld heen worstelt. Het is een sterke weerstand die altijd en overal terugduwt. Alsof de plek waar je bent en jijzelf wederzijds allergisch voor elkaar zijn. Tegenpolen. Alsof, na je zoveelste faux pas, je omgeving je herkent als een binnendringer en je z.s.m. wilt afscheiden. Dit krachtenveld, dat is dus cultuur. 

Of beter gezegd, het is jouw cultuur die botst op de cultuur van de mensen om je heen. Ergens botst jouw set aan normen, waarden, esthetiek, ideeën, aspiraties, smaakpallet, etiquette, gewoonten, verwachtingen, tradities, enzovoort, op die van anderen. En dat is heftig, want je over (een deel van) je eigen culturele pallet heen zetten is geen sinecure, het is een emotionele achtbaan. De meeste mensen gaan dit uit de weg, daarom zijn expats zo losgezongen en is integratie vaker dan niet een intergenerationeel project. 

Maar als je er doorheen gaat, als het je lukt om op te gaan in een andere cultuur, leer je veel over wat cultuur is. Sterker nog, als je dit nooit hebt meegemaakt blijf je toch een beetje die vis die misschien theoretisch gezien wel weet dat hij in water zwemt, maar het toch ook niet écht weet. Niet alleen leert cultuurschok je iets over de cultuur van de ander, als je oplet, leert het je vooral iets over je eigen cultuur.

Bron Sverre Lysgaard: Hier wordt voor het doorlopen van cultuurschock 12 maanden gegeven. Dit gaat wellicht op voor de expat-ervaring, de oppervlakkige aanpassing. Christiaan ervaring is dat het je eigen maken van een nieuwe cultuur, waarbij het leren van de taal de sleutel is tot echte adaptatie, ongeveer 24 maanden duurt.

Dat gezegd, liep Christiaan in Tokio opnieuw tegen iets aan. Maar met zijn Indonesië-ervaring als spiegel gingen we op zoek naar waar hij in Tokio precies tegenaan liep en wat dat ons kon vertellen over onszelf.

In het essay ‘The Noble Art of Subjective Exploration’, dat we al eerder met jullie deelden, schreef hij het volgende over deze zoektocht:

‘After some soul searching, some making an ass out of myself, and a lot of discussion with my colleagues, I came to suspect that there were a couple of things — let’s call them first impressions (although they differed very little from prejudices) — about this city that were throwing me off balance.

First there was Tokyo’s extraordinarily generic cityscape; second there was an apparent lack of urban turmoil and individual temperament; third came my impression that Japan was a country of role-playing and decorum; fourth was my estimation that Tokyo was not a cosmopolitan city; and finally, it seemed to me that a large part of Tokyo’s populace was chronically exhausted.

Together these impressions were somehow offensive to me. But why?’

Het antwoord, zo concludeerden we, was dat deze impressies aanbotsten tegen de innerlijke Romanticus in Christiaan.

Maar wie was die innerlijke Romanticus precies? Waar kwam hij vandaan? Zat die in ons allemaal? En zaten er wellicht nog meer van die culturele ‘personages’ in ons verstopt? Zoekend naar antwoorden legden we de basis voor ons historisch-futuristische denkraam.

Omdat de innerlijke Romanticus zichzelf zo sterk roerde in Tokio, vermoedden we dat het een significante culturele kracht, of culturele subset, vertegenwoordigde in ons Westerse culturele spectrum. Maar hoe konden we hier precies over nadenken?

Toen we de literatuur indoken werden we deels in ons vermoeden gesterkt. Zo schrijft Isaiah Berlin in zijn essay ‘The Roots of Romanticism’ het volgende: ‘The importance of Romanticism is that it is the largest recent movement to transform the lives and the thought of the Western world. It seems to me to be the greatest single shift in the consciousness of the West that has occurred.’

Maar wat is dan precies die verschuiving waar Berlin over schrijft, en wat was er daarvoor?

Aan een definitie van de Romantiek waagt Berlin zich niet, daarvoor is de beweging volgens hem te tegenstrijdig, te veelzijdig en te dubbelzinnig. Want wat hebben bijvoorbeeld Shelleys Frankenstein, Thoreau’s Walden, Hitlers nationaal-socialisme, Debords Situationalist International en Blatty’s The Exorcist met elkaar gemeen? Dat is lastig te zeggen, en toch zijn de hier genoemde/ideologieën allemaal doorspekt met Romantiek.

Wat Berlin wel zegt is dit: ‘the romantic movement was just such a gigantic and radical transformation, after which nothing was the same’, waarna hij poogt de transformatie te beschrijven, zonder ’m vast te pinnen.

Isaiah Berlin (01909-01997). ‘The Roots of Romanticism’ was oorspronkelijk een zesdelig lezingenreeks gegeven in 01965. Hier kan je ze horen. Geen straf, want de opnames zijn van goede kwaliteit en Berlin’s erudiete Engelse is heerlijk om naar te luisteren.

De meeste historici beschrijven de Romantiek als een cultuur-brede beweging, of maatschappelijke verschuiving, die zo halverwege de 18de eeuw opkwam in Europa en de Westerse beschaving in verandering bracht. Zo benadrukten Romantici de subjectieve ervaring en relativeerden ze de objectieve meetbaarheid, vonden ze zich niet in de vooruitgangsgedachte en waren ze kritisch op rede en technologie, ze verwierpen helderheid, omarmden het dubbelzinnige en verkozen mystiek boven wetenschap.

Al deze aspecten, en nog veel meer, vormen wat filosoof Maarten Doorman de Romantische Orde noemt. Een soort culturele ordening binnen de Westerse beschaving. In zijn keuze voor ‘orde’ refereert hij aan Michel Foucault, die in zijn werk ook verwijst naar culturele breuklijnen tussen wat hij epistèmè noemt. Epistèmè zijn volgens Foucault culturele patronen van praten, denken, doen en ervaren die corresponderen met historische perioden.

Nadenkend over shifts in consciousness, ordeningen en historische epistèmès vonden we deze categorieën, hoe goed gevonden en beschreven ook, toch iets te afstandelijk. Alsof de Romanticus niet ook in ons huist. En alsof de Romantische waarden en normen in onszelf niet in samenspel opereerden met andere niet zo Romantische waardensets.

Wij kozen daarom voor ‘archetype’, een set aan culturele patronen, gevangen in een soort modelmens. Een ‘stem’ die niet alleen de boventoon voerde in bepaalde historische perioden, maar die in sommige huidige contexten ook het hoogste woord heeft. Het is een culturele stem die dus ook in ieder van ons afzonderlijk huist, want uiteindelijk zijn we zelf de dragers van onze eigen cultuur, veel meer dan de artefacten die we nalaten.

Vervolgens vroegen we ons af welke innerlijke archetypen we allemaal nog meer in onszelf meetorsen. Het antwoord hierop kwam voort uit die eerdere ervaring met cultuurschok die Christiaan in Indonesië had.

Voordat hij de taal leerde en wegzakte in de culturele logica van zijn omgeving, botste zijn innerlijke Homo Economicus tegen de in Indonesië nog immer dominante Homo Nobilis. Dat gezegd, toen we de Homo Nobilis in kaart probeerden te brengen concludeerden we dat deze ook nog steeds aanwezig is in onze eigen cultuur, en dus ook in onszelf.

Terwijl we de culturele waardensets van de drie archetypen in kaart probeerden te brengen, probeerden we ook te bepalen hoe ze correspondeerden met bekende historische perioden. Het viel ons op dat de historische tijdsgewrichten waarmee de archetypen correspondeerden ook een soort van parallel liepen met sprongen in de ontwikkeling van de informatietechnologie.

In onderstaand schema hebben we kort samengevat hoe de archetypen zich verhouden tot de historische perioden waarin ze dominant waren en de toen heersende informatiecultuur. (‘De Gewortelde Tijd’ is de naam die we de speculatieve toekomstige periode hebben gegeven waarin de Homo Romanticus dominant wordt en waarin onze instituties zich hebben aangepast aan een digitale logica.)

Afbeelding met tafel

Automatisch gegenereerde beschrijving

Een andere manier om het schema te lezen is als een soort Maslow-piramide. Zo kon de Homo Economicus pas dominant worden toen aan de uitdaging van de Homo Nobilis – fysieke veiligheid – werd voldaan met de ontwikkeling van de rechtstaat. En zo kan de Homo Romanticus pas dominant worden als aan de uitdaging van de Homo Economicus – economische veiligheid – wordt voldaan.

De ontwikkeling van de verzorgingsstaat na 1900 en de welvaartsprong na de Tweede Wereldoorlog heeft de kracht van de Homo Romanticus in onszelf ook geen windeieren gelegd. Het is niet toevallig dat de civil rights movements, de counterculture movements en de hippies opkwamen in een tijd waarin de jeugd opeens genoeg tijd en geld had voor dit soort Romantische overwegingen.

De opkomst van de Homo Romanticus wil ook niet zeggen dat de Homo Nobilis niet meer onder ons is. Hij huist nog steeds in ieder van ons. Alleen is zijn ‘stem’ minder bepalend geworden voor ons denken en doen dan die van de andere twee archetypen. (Wellicht, als bijvoorbeeld ooit het erfrecht wordt afgeschaft, zal zijn stem zo zacht worden dat we hem misschien nog wel eens denken te horen mopperen, maar dat we hem al lang niet meer kunnen verstaan.)

Het denkraam stelt ons in staat om zowel historische als huidige culturele contexten te duiden, zoals we Poetins Rusland vorig jaar hebben geduid.

Ook kunnen we er gegronde scenario’s en speculatieve werelden mee bouwen. Onze aanstaande illustratieve toekomstgids van Amsterdam in 02091 is een verbeelding van een wereld waarin ons denken en handelen vooral wordt geleid door het wereld- en mensbeeld van de Homo Romanticus.

En het denkraam maakt het mogelijk om hedendaagse problemen te signaleren en analyseren, en oplossingsrichtingen te ontwikkelen. Zoals ons denken over de democratische borging van het digitale publieke domein waarover we in het najaar veel hebben geschreven.

We willen overigens graag het volledige denkraam met jullie kunnen delen. Zo is het drieluik langer en coherenter dan het snelle schema hierboven. Ook werken we met allerlei aanvullende historisch-futuristische denkramen en modellen die bijvoorbeeld de interactie tussen disruptie en emancipatie inzichtelijk maken. Het zou tof zijn om elk artikel dat we schrijven te kunnen plaatsen in ons denkraam, en daarmee in het Lange Nu.

We zoeken alleen nog naar overzichtelijke manieren waarop we dit kunnen doen in een nieuwsbrief/online omgeving.

Wordt vervolgd dus.

Liefs,

Edwin en Christiaan


Onze dossiers