Hoe de kennisculturen van het Humanisme en het Materialisme voor vooruitgang en spraakverwarring zorgen. ͏ ͏ ͏ ͏ ͏ ͏ ͏ ͏ ͏ ͏ ͏ ͏ ͏ ͏ ͏ ͏ ͏ ͏ ͏ ͏ ͏ ͏ ͏ ͏ ͏ ͏ ͏ ͏ ͏ ͏ ͏ ͏ ͏ ͏ ͏ ͏ ͏ ͏ ͏ ͏ ͏ ͏ ͏ ͏ ͏ ͏ ͏ ͏ ͏ ͏ ͏ ͏ ͏ ͏ ͏ ͏ ͏ ͏ ͏ ͏ ͏ ͏ ͏ ͏ ͏ ͏ ͏ ͏ ͏ ͏ ͏ ͏ ͏ ͏ ͏ ͏ ͏ ͏ ͏ ͏ ͏ ͏ ͏ ͏ ͏ ͏ ͏ ͏ ͏ ͏ ͏ ͏ ͏ ͏ ͏
|
DE CHRONONAUTEN
Atlas van Het Lange Nu
|
|
Beste allemaal, Hoe we onze wereld vormgeven en hoe we de problemen van onze tijd proberen op te lossen, wordt bepaald door een belangrijk maar vaak onzichtbaar gesprek. Een eeuwenoud gesprek, alsook een nogal ongemakkelijk gesprek, vol wederzijds onbegrip en wantrouwen. Maar het is een gesprek dat onze samenleving al eeuwen voortduwt in de vaart der volken. Maar het is ook, gek genoeg, een nogal onbekend gesprek en de meeste mensen weten niet eens dat ze ’m voeren, terwijl ze dat wel doen. Het gesprek waar we het over hebben is dat tussen alfabreinen en bètabreinen.
Dit gesprek, en onze duiding ervan, hebben we hieronder beschreven, gevisualiseerd en van voorbeelden voorzien.
|
|
|
Het Grote Gesprek
In 01959 hield Baron Charles Percy Snow, een romancier en chemicus, een beroemde lezing op de Universiteit van Cambridge [PDF]. In deze lezing stelde hij dat het intellectuele leven in de Westerse samenleving was opgesplitst in twee afzonderlijke tradities, the two cultures, en dat deze culturele opsplitsing een grote handicap was bij het oplossen van de vele problemen in de wereld. Deze twee verschillende tradities waren volgens C.P. Snow de wetenschappelijke technologische traditie en de literaire intellectuele traditie. Twee tradities die hij overigens in zichzelf verenigde. Hij had zowel een alfabrein als een bètabrein. Hij schreef er datzelfde jaar ook een boek, over getiteld The Two Cultures and the Scientific Revolution.
|
|
|
Nu kennen wij genoeg wetenschappers die Shakespeare kunnen citeren of theatermakers die geïnteresseerd zijn in lichtjaren, om in te zien dat deze tweedeling niet zo eenduidig is als C.P. Snow stelt. Het is misschien ook geen kloof, zoals C.P. Snow het voordoet, maar eerder een soort ongemakkelijk gesprek. Een tweegesprek tussen twee filosofische uitersten die van elkaar vervreemd zijn, maar die wel samen de samenleving vormgeven. Want het bètabrein en het alfabrein zijn niet per se aangeboren kwaliteiten. Ze worden gecultiveerd in scholen en de loopbanen die daarop volgen, en ze representeren de twee dominante filosofische stromingen waarop de Westerse moderniteit is gebouwd: het Materialisme en het Humanisme.
Het Materialisme, waar we vorige week ook al over hebben geschreven, gaat ervan uit dat de werkelijkheid, waaronder emoties en alle andere processen van het brein, herleidbaar zijn tot natuurkundige wetten. Het Humanisme benadrukt de waarde van mensen en gaat uit van menselijke vrijheid, gelijkwaardigheid en zelfontwikkeling. Het Materialisme en het Humanisme zijn erg met elkaar verweven, en eigenlijk kunnen ze niet zonder elkaar. Het zijn twee kanten van dezelfde munt. De een vertaalt zich naar technologische vooruitgang en de ander vertaalt zich naar democratische vooruitgang.
De Westerse moderniteit wordt, zoals we hier al eerder schreven, gekenmerkt door een wisselwerking tussen technologische disruptie en sociaaleconomische emancipatie. Of, iets anders verwoord: een wisselwerking tussen de zoektocht naar veiligheid (van ziekte, schaarste en oorlog) en de zoektocht naar vrijheid en gelijkheid. De Moderniteit is dus niet alleen een verhaal van boekdrukkunst, stoommachines, riolering, antibiotica, verbrandingsmotoren, lijnvluchten, vaccins en computers. Het is ook een verhaal van stemrecht, afschaffing van de slavernij, recht op onderwijs, woningwetten, homohuwelijk en Black Lives Matter. Deze twee parallelle ontwikkelingen horen bij elkaar en zijn moeilijk van elkaar te scheiden.
Toch is het gesprek tussen diegenen die zijn geschoold in de ‘wetmatigheden’ van de materiële wereld en diegenen die zijn geschoold in de ‘gevoelsmatigheden’ van de menselijke conditie moeilijk en ingewikkeld. De eerste groep kan moeilijk waarde zien in kunst, theater, literatuur en de andere overdrachtelijke disciplines en de tweede groep is bijna van nature wantrouwig naar nieuwe technologie en de macht die daaruit voortkomt. Ze spreken een andere taal, hebben een ander canon en een ander mens- en wereldbeeld. Het alfabrein richt zich op de binnenwereld en onderzoekt de ‘waarom-vraag’ en het betabrein richt zich op de buitenwereld en onderzoekt de ‘hoe-vraag’. Beide vragen zijn belangrijk en zouden in ieder groot vraagstuk relevantie moeten hebben.
De wereld van het alfabrein en het betabrein wordt al vroeg van elkaar gescheiden. Het alfabrein gaat bij voorkeur studeren in een bruisende rommelige metropool en het betabrein wordt, in ieder geval in Nederland, geïsoleerd in kleine steden waar op een of andere manier een grote technische universiteit is geland. Beide leven in geografische bubbels en digitale echokamers waar vooral hun eigen wereldbeeld wordt versterkt. De een leest columns van erudiete schrijvers in kranten, de ander verliest zich in de bloggosphere van Silicon Valley. Een beetje gechargeerd, maar ongetwijfeld herkenbaar voor velen. Dit levert twee duidingen op van de wereld. Een interessant voorbeeld is Elon Musk. Voor de een is hij een halfgod die eigenhandig de grootste industrie ter wereld (de auto-industrie) verduurzaamt en voor de ander een ruimte-koloniserende reïncarnatie van Columbus die met zijn aardse bacillen het nog onontdekte leven op Mars zal uitmoorden. (Beide interpretaties hebben hun merites.)
Dit moeilijke gesprek tussen de two cultures is problematisch, want in de boardrooms en laboratoria van Big Tech kunnen ze wel wat ethische kaders gebruiken, zoals ze in de kunsten wel wat meer waardering kunnen hebben voor de vele technologische hoogstandjes die ervoor zorgen dat ze überhaupt hun werk kunnen doen, en niet meer het land hoeven te bewerken voor hun levensonderhoud. De twee grote uitdagingen waar we voor staan als samenleving – de klimaatcrisis en de digitale revolutie – vereisen zowel emancipatoire als disruptieve oplossingen en omdenkingen. We hebben al onze menselijke kennis nodig om deze uitdagingen het hoofd te bieden.
Het is, wat ons betreft, dus tijd om ons alfabrein en ons bètabrein weer samen te smelten tot een menselijk brein. Zodat we een creatief en opbouwend gesprek kunnen voeren met onszelf, in plaats van een hatelijk en afbrekend gesprek. Zodat we zowel het Materialisme als het Humanisme kunnen overstijgen, want beide filosofieën hebben wellicht een verstreken houdbaarheidsdatum. Zoals we vorige week al schreven, is het Materialisme aan enige revisie toe nu wetenschappers schoorvoetend erkennen dat er iets is wat ze niet kunnen meten of berekenen: het bewustzijn. En is het antropocentrische denken van het Humanisme waarschijnlijk niet het juiste denkkader waarin we een nieuwe balans kunnen vinden tussen onszelf en de aardse biosfeer.
Het Grote Gesprek Geïllustreerd
|
|
|
Disruptie en Emancipatie als Lens De wisselwerking tussen technologische disruptie en democratische emancipatie is als lens verweven met ons historisch-futuristische denkraam. Het komt ook vaak terug in de toekomstscenario’s die we ontwikkelen. Zie bijvoorbeeld het scenario dat we kort beschreven in BIP #6, dat laat zien hoe digitale disruptie kan overgaan in digitale emancipatie. (Wanneer platformen niet meer tegen ons werken maar voor ons, ons niet meer onderdrukken, maar verheffen.) De lens ‘disruptie en emancipatie’ zorgt ervoor dat we de waan van de dag kunnen overstijgen en niet te snel conclusies trekken. Zoals we toen ook al schreven: ‘In tijden van grote maatschappelijke verschuivingen beoordelen we vaak het moment, niet het momentum.’ Na disruptie volgt vaak emancipatie, en andersom. In de Chrononauten willen we ook deze lens gebruiken. Enerzijds om hedendaagse trends te ordenen. Anderzijds om de materialistische en humanistische kennisculturen bij elkaar brengen.
Een goed voorbeeld is de klimaat- en biodiversiteitscrisis waarin we verkeren. Terwijl de wereldbevolking uitdijt en rijker wordt, moeten we zien te voorkomen dat de mens en haar systemen de planeet kaalvreten. Om deze opgave het hoofd te bieden kunnen we putten uit twee rijke gereedschapskisten: die van technologische innovatie en die van emancipatoire actie. We hebben zowel technologische en technocratische denkers, doeners en planners nodig, als activisme, rechtszaken, kunstenaars, democratische wetgeving en burgerinitiatieven. Start-ups en bottom-ups. Beide kennisculturen zijn hard nodig om de immense infrastructuur waarop onze wereld draait te verduurzamen en om nieuwe waarden, normen en instituties te ontwikkelen waarin de biosfeer structureel is vertegenwoordigd.
Hieronder alvast twee toffe en interessante initiatieven die de klimaat- en biodiversiteitscrisis proberen te benaderen vanuit ieder hun eigen, respectievelijk emancipatoire als disruptieve invalshoek.
|
|
|
🐚 De Emancipatie van de Noordzee
Christiaan nam afgelopen woensdag deel aan een gesprek bij Waag over welke ‘activistische’ rol kunstenaars en ontwerpers kunnen spelen bij het tot stand brengen van een duurzame en inclusieve samenleving. Een van de andere sprekers was Thijs Middeldorp, van de Ambassade van de Noordzee, een langetermijnproject om democratische en politieke representatie voor de Noordzee te realiseren. Uitgangspunt van het project is dat de Noordzee en haar rijke ecosystemen helemaal van zichzelf zijn en dus het recht op zelfbeschikking hebben.
Het project is geïnspireerd door Bruno Latour’s essay We Have Never Been Modern [PDF], uit 01991, waarin Bruno Latour schrijft dat de moderne scheiding tussen natuur en cultuur, of tussen object en subject, eigenlijk een bedenksel is. In deze scheiding kunnen we ook weer het Materialisme en het Humanisme herkennen. Volgens Latour creëerde het Humanisme ook niet alleen ‘de mens’ als categorie maar ook het ‘niet-menselijke’, dat bestond uit dingen, objecten, planten en beesten. Volgens hem is deze scheiding vals, vervreemdend en contraproductief. Door het menselijke van het niet-menselijke te scheiden creëren we een verschil in waardigheid, wat weer leidt tot allerlei misverstanden. We moeten deze scheiding dus opheffen, volgens Latour, wat we kunnen doen door een Parliament of Things te installeren, waar alle dingen (inclusief mensen) evenveel waard zijn en evenveel te zeggen hebben over ons gezamenlijke en verweven lot.
Hierdoor geïnspireerd zoekt de Ambassade van de Noordzee samen met wetenschappers, kunstenaars en verhalenvertellers naar manieren om de Noordzee en haar bewoners een stem te geven. Dit proces heeft volgens Middeldorp verschillende fases. Ze zitten nu in de luisterfase, waar ze proberen te achterhalen wat de Noordzee te vertellen heeft. Zo is bijvoorbeeld schrijver en ontdekkingsreiziger Arita Baaijens op zoek naar een taal voor de toekomst, waarmee we de Noordzee kunnen gaan verstaan. En probeerde landschapsarchitect Thijs de Zeeuw zich in te leven in de paling door zijn onderwaterwereld (en de menselijke obstakels daarin) in kaart te brengen. Het project onderzoekt een mogelijke samenleving waar de natuur (of onze relatie met de natuur) emancipeert en een gelijkwaardig onderdeel wordt van ons politieke, commerciële en betekenisgevende besluitvormingsproces.
|
|
De tijdelijke huisvesting en vlag van de Ambassade van de Noordzee in Den Haag.
|
|
|
🌵 Ecologische Disruptie van Digitale Economie
Een ander idee dat, met een meer technische insteek, ongeveer hetzelfde probeert te bereiken werd onlangs geponeerd door J.M. Ledgard, een avonturier, romancier en een expert in geavanceerde technologie. In het artikel Humans Need to Create Interspecies Money to Save the Planet pleit hij ervoor om dieren, bomen en andere levende niet-mensen digitaal geld te geven die ze kunnen uitgeven om zichzelf te beschermen. Volgens hem is het grootste falen van het digitale tijdperk dat het zo ver verwijderd is van de natuur. Cyberspace heeft geen vorm of lichaam, de microchip geen circadiaans ritme, en de computer geen adem. In het artikel pleit Ledgard ervoor om de digitaliteit opnieuw op te bouwen op zo’n manier dat deze is geworteld in de natuur.
“Nature is excessive, baroque. Its song is not ours alone. We share this planet with 8 million nonhuman species, yet we scarcely think of how they move through the world. There is no way for wild animals, trees, or other species to make themselves known to us online or to express their preferences to us. The only value most of them have is the sum value of their processed body parts. Those that are not eaten are forgotten, or perhaps never remembered: Only 2 million of them are recorded by science.
This decade will be the most destructive for nonhuman life in recorded history. It could also be the most regenerative. Nonhuman life-forms may soon gain some agency in the world. I propose the invention of an Interspecies Money.”
|
|
Linnaeus is een eerste prototype van een interspecies money transfer platform. Je kunt het voorstel en de whitepaper vinden op linnaeus.life
|
|
|
Met zijn provocatieve voorstel probeert Ledgard het probleem te tackelen dat een boom pas wat waard is als we ’m vellen. Ook als je grote delen van de aarde zou conserveren zou je deze alsnog continu moeten beschermen tegen lokale stropers en houthakkers. Omdat grote delen van de cruciale ecosystemen in arme landen bevinden hebben die mensen geen andere uitweg om geld te verdienen met het oogsten van hun natuurlijke omgeving. Dit probleem kan je volgens hem oplossen door een digitaal betaalmiddel te creëren waarbij honderden miljarden dollars aan waarde wordt ‘beheerd’ door die ecosystemen.
Deze ecosystemen kunnen dit geld dan investeren in hun eigen overleven. Zo zouden ze kunnen investeren in erkenning, veiligheid, water, grond, ruimte en andere zaken. Maar ook zouden ze de lokale (inheemse) bevolking kunnen betalen voor bescherming, beheer en onderzoek. Op deze manier bescherm je niet alleen de natuur maar creëer je tegelijkertijd een enorme transfer van rijkdom van de global north naar de global south. Dit klinkt waanzinnig maar volgens Letgard is de technologie aanwezig om Interspecies Money werkelijkheid te maken. Je hebt alleen een nieuwe supranationale bank nodig, de Bank for Other Species, en natuurlijke allerlei snode crypto- en blockchaintechnologie met een dikke laag kunstmatige intelligentie.
Er zitten natuurlijk een heleboel moeilijke politieke aspecten aan deze oplossing maar een van de interessante politieke dingen is dat het de global north niet eens zo heel veel zou gaan kosten, op wat vederlichte inflatie na misschien. Want er wordt waarde gecreëerd met als enige onderpand dat we deze nieuwe interspecies currency gaan accepteren aan de toonbank van de Albert Heijn. Met andere woorden: vertrouwen. We horen graag jullie gedachtes!
|
|
|
Fijn weekend en tot volgende week. Groetjes Edwin en Christiaan
|
|
|
© 02024 de Chrononauten, All rights reversed ;) Spread the word! Studio Monnik Tolhuisweg 1 1031 CL Amsterdam de Chrononauten op Instagram, Twitter, LinkedIn en Facebook. Je krijgt deze email omdat je geabonneerd bent op de Chrononauten met . Als je deze emails niet meer wilt krijgen uitschrijven.
#0004 / 22-12-02024
|
|
|