{preheader}
|
DE CHRONONAUTEN
Atlas van Het Lange Nu
|
Beste allemaal,
In deze nieuwsbrief willen we het hebben over The Great Resignation, en hoe de coronacrisis een aantal verschuivingen in de moderne werkcultuur in een stroomversnelling lijkt te brengen. Daarnaast vormt deze editie ook aftrap en inleiding op een nogal veelomvattend thema: de toekomst van werk. In volgende edities zullen we vaker deze materie induiken en denkramen verkennen die ons iets kunnen vertellen over onze veranderende relatie met werk.
Sinds we een kleine tien jaar geleden begonnen samen te werken zijn wij altijd gebiologeerd geweest door de relatie die de mens heeft met werk. Het was hét onderwerp waarover we essay’s schreven en programma’s maakten. Want in onze relatie met werk komt ontzettend veel samen. Werk zou je namelijk kunnen zien als een soort scharnierpunt waarin onze persoonlijke particuliere wereld en het systeem en de cultuur van de ‘grote wereld’ in elkaar grijpen. Iedereen, of we het nu leuk vinden of niet, is onderdeel van de economie, de maatschappij en for lack of a better word, het systeem. Want ga maar eens na, met werk maken we onszelf en de wereld. Werk verschaft ons een inkomen waardoor we kunnen overleven en mee kunnen doen in de samenleving. Werk geeft ons identiteit en status. Werk kan ons betekenis geven en ons nuttig en waardevol laten voelen. Werk verbindt ons met anderen, met een plek en een cultuur. Maar naast wat werk ons persoonlijk brengt, maken we met ons werk de wereld, iedere dag weer. We onderhouden hem, bouwen eraan, stellen hem bij, vernieuwen hem of we houden hem simpelweg gaande. Veel van het werk om de wereld draaiende te houden is ‘onzichtbaar’ en onbetaald en wordt ook wel reproductieve arbeid genoemd, hiermee wordt werk bedoeld zoals het huishouden, mantelzorgen en emotionele arbeid. Al dit werk, betaald en onbetaald, zichtbaar en onzichtbaar, is hoe we onze wereld creëren en in stand houden. Dus wanneer ons werk verandert, dan verandert de wereld.
|
Kunstenaar en kindred spirit Arne Hendriks onderzocht met zijn Academy of Work de relatie tussen mens en werk met verschillende installaties en performances, waaronder ☝️.
|
Over het algemeen verandert onze relatie met werk geleidelijk onder invloed van culturele, technologische en sociale ontwikkelingen, maar de coronapandemie heeft onze werkgewoontes de afgelopen anderhalf jaar flink ontregeld, en niet zonder consequenties. Het heeft ons losgeweekt uit routines en ons de ruimte gegeven om eens te heroverwegen wat we van ons werk en ons leven willen. Hiermee heeft het allerlei zaken die al lang onder de oppervlakte sluimerden naar boven gebracht.
|
Een interessant denkraam om plotselinge cultuurveranderingen mee te duiden is het fenomeen cultuurschok. Een cultuurschok krijg je als je bijvoorbeeld voor langere tijd (jaren) in een ander land verblijft. Over het algemeen ga je dan door vier fases heen:
🏝️ De exotische fase – Alles is vreemd, fantastisch en avontuurlijk. Je zit nog lekker in een soort vakantiegevoel en verwondering voert de boventoon. 😖 De frustratiefase – ‘Waarom doen ze hier alles zo onlogisch, onhandig, inefficiënt, etc.?’ Als je langer op één plek bent, en je werkt samen met lokale collega’s dan ga je al snel de lokale cultuur vergelijken met je eigen cultuur. En in deze vergelijking komt de lokale cultuur er over het algemeen slecht vanaf. Wat niet zo gek is: deze cultuur heb je namelijk niet geïnternaliseerd en begrijp je niet, en je eigen cultuur, die je ‘heel logisch’ vindt, natuurlijk wel. 🧩 Aanpassingsfase – Om een nieuwe cultuur succesvol te kunnen navigeren zul je de mores, de taal en de gebruiken van die cultuur je eigen moeten maken. Hoe meer je deze internaliseert en hoe beter je de taal spreekt, hoe logischer en leesbaarder het gedrag van je lokale medemens wordt, en hoe meer je ook omarmd en geaccepteerd zal worden ‘als een van hen’. 🤝 Acceptatiefase – Wanneer je je de lokale cultuur eigen hebt gemaakt of bent ‘geassimileerd’, dan begrijp je intuïtief het gedrag, de taal en ideeën van die cultuur. Je denkt en droomt bijvoorbeeld zelfs in de lokale taal, maar je zal nooit echt helemaal een local worden.
|
Welkom in de toekomst van werk?
🔮
|
Met de coronacrisis ondergaan we in een zekere zin ook een soort cultuurschok zonder dat we daarvoor op reis hoeven naar een ver en vreemd land. De cultuur waarmee we geconfronteerd worden komt echter vanuit onszelf opborrelen, ze bestaat uit latente verlangens, sluimerende sentimenten en onaangeroerd potentieel. De nieuwe werkcultuur die we hieronder pogen te duiden is dan ook nog in wording en verre van uitgekristalliseerd. De exotische en frustratiefases volgen elkaar dan ook niet netjes op, maar verlopen rommeliger en vaak parallel aan elkaar.
|
Met de eerste golf en eerste lockdown moesten we thuisblijven en thuiswerken voor zover dat kon. Voor sommigen betekende dit simpelweg dat hun werk stopte, anderen moesten de manier waarop ze werkten opnieuw uitvinden. Hoe dan ook, voor veel mensen was het een grote patroonbreuk die allerlei inzichten opleverde.
Exotische inzichten
🙇♂️ Deeper work — Wanneer je thuis werkt kan een collega je niet zomaar even aanschieten om een praatje te maken. Je had dan ook letterlijk meer tijd om je eigen werk te doen, en hier onafgebroken en geconcentreerd aan te werken. 💃 Nieuwe vrijheid — Het ritme van de organisatie waarin je werkt is een stuk minder dicterend voor het ritme van je dag. Uiteraard zijn er nog videovergaderingen en contactmomenten, maar tussendoor kan je zelf verzinnen of je een wandeling maakt, wanneer je luncht en waar en hoe je je werk wilt doen. 🏡 Herwaardering van huiselijkheid — Wanneer werk en privé niet zo gescheiden zijn en er niet geforensd hoeft te worden, krijgen ouders opeens een stuk meer van het gezinsleven mee, en zijn kinderlozen opeens een stuk meer aangewezen op de huiselijke omgeving en buurt. 📱Ontdekking van digitale mogelijkheden — Om te kunnen blijven communiceren met collega’s of om producten en diensten toch te kunnen verkopen, moesten werknemers en ondernemers in snel tempo digitale communicatie en e-commerce platformen omarmen. In eerste instantie uit bittere noodzaak, maar nu zien velen ook de nieuwe kansen die dit biedt. 🌳 Rust en vertraging — Velen zullen zich nog de onwerkelijke ervaring van de eerste lockdown herinneren. De heldere luchten en lege straten, en de natuurlijke omgeving waarvan we ons meer gewaar werden. Frustrerende inzichten
👐 Huidhonger — Het belang van fysiek contact en lichamelijkheid werd door de afwezigheid ervan pijnlijk duidelijk. Het herinnerde ons eraan dat we een lichaam hebben en niet enkel en alleen ons brein zijn. 😟 Eenzaamheid — Wat veel mensen het meest misten van hun werk was niet het werk dat ze deden maar de collega’s met wie ze samenwerkten. Werk bleek opeens veel meer te zijn dan enkel een productieve bezigheid, het bleek vooral ook een sociale bezigheid te zijn. 🖥️ Schermmoeheid — Vergaderen via een scherm blijkt ontzettend vermoeiend, zeker wanneer de groep aanzienlijk is en je van de ene naar de andere schermbijeenkomst surft. Face-to-face omgangsvormen vertalen zich slecht naar het scherm, en dat is nog los van het feit dat vergaderen sowieso al geen ideale vorm is om zaken gedaan te krijgen. 🤯 Geen ruimte —Soms is thuiswerken helemaal geen goede oplossing omdat er thuis simpelweg niet altijd de ruimte of rust is om te kunnen werken.
🔥 Burnout — De pandemie leverde in sommige sectoren veel extra druk en stress op die tot een toename van het aantal burn-outs leidde.
🤷 Geen werk — Uiteraard zijn er ook gevallen waarin thuiswerken helemaal geen optie was, waar het werk simpelweg stopte, ontslag of zelfs faillissement volgde.
|
Deze patroonbreuk werd vorig jaar meteen opgepakt om nieuwe verhalen te vertellen over hoe we werken en waaraan we werken. Grote techbedrijven volgden elkaar in snel tempo op door te zeggen dat al hun werknemers nu en in de toekomst zelf mochten bepalen waar ze wilden werken. Huurcontracten werden opgezegd en kantoorverhuurders werden nerveus over wat dit voor de toekomst betekende. Politici in de VS en EU zagen de crisis als kans om grote stappen op het gebied van verduurzaming te zetten en hadden het al snel over build back better.
Het realiseren van deze dromen is weerbarstig gebleken, sommige techbedrijven krabbelen terug en vinden nu dat een groot deel van hun werknemers toch ook tijd op kantoor moet doorbrengen (FT). En nu de economie weer aantrekt en iedereen de eindeloze dans met corona zat aan het worden is, lijkt het build back better-narratief aan kracht in te boeten en willen velen simpelweg terug naar ‘normaal’.
|
Maar ondertussen lijkt er ook een grotere verschuiving plaats te vinden, een verschuiving die het afgelopen half jaar aan het licht is gekomen. In de VS hebben enorme hordes mensen die hun baan verloren namelijk besloten om geen nieuwe baan te zoeken. Daarnaast zijn er ook velen die hun baan opgezegd hebben omdat ze iets anders willen. Het fenomeen wordt The Great Resignation genoemd, en sinds afgelopen voorjaar zijn er in de VS zo’n twintig miljoen mensen gestopt met hun baan. In Nederland is een dergelijke trend (nog) niet zichtbaar, al laten vele onderzoeken van de afgelopen tijd zien dat er veel onvrede is, en dat veel mensen aan het nadenken zijn over een carrièreswitch (Werf&). Hier heeft bijvoorbeeld de horeca een enorm personeelstekort; vele werknemers die door de crisis hun baan verloren hebben besloten dat ze niet terug willen naar de horeca.
De belangrijkste reden waarom mensen met hun baan willen stoppen is dat ze zich ondergewaardeerd voelen. Zowel financieel als in de omgang met leidinggevenden en klanten voelen ze zich niet gezien. Deze miskenning geldt niet voor een bepaalde sector, maar is overal voelbaar. Van zorgmedewerkers tot restaurantbedienden, en van vrachtwagenchauffeurs tot kenniswerkers. Ze verlangen betere arbeidsvoorwaarden, meer vrijheid, meer inkomen, meer vrije tijd en meer menselijkheid. En wanneer ze geen perspectieven meer zien in hun huidige werk dan stoppen ze, zoals nu en masse in de VS gebeurt. Wat gaan al deze opzeggers doen met hun leven? Hoewel het allemaal nog volop in beweging is, zijn er al wel een aantal interessante ontwikkelingen te zien. Van werknemer naar ondernemer — In de afgelopen anderhalf jaar werden er in de VS nog nooit zo veel nieuwe ondernemingen geregistreerd, maar liefst zeven miljoen (NOS). Het is een ongekende toename, zulke cijfers zijn decennialang niet gezien in de VS. Ook is de diversiteit aan ondernemingen groot, maar een gemene deler lijkt te zijn dat het gebruik van digitale tools en platformen een cruciale rol speelt in hoe producten en diensten verkocht worden (NYTimes).
|
Van gevestigde economie naar opkomende economie— Zij die niet een bedrijf beginnen, zoeken vaak een nieuwe baan in een andere sector dan waar ze vandaan komen, en dan met name in opkomende nieuwe sectoren. Mensen willen bijvoorbeeld niet meer de hele dag binnen werken, maar meer buiten zijn; of ze willen niet meer in grote hiërarchische organisaties werken maar liever in kleinere bedrijven met een menselijkere schaal. (NOS)
Van centralisatie naar decentralisatie — Wanneer je vooral vanuit huis werkt, maar ook als je nieuwe bedrijfje vooral via het web opereert, hoef je misschien ook niet zo centraal (en duur) te wonen. In de VS is er dan ook een verschuiving gaande in waar mensen zich vestigen. Mensen zoeken meer ruimte, dichter bij de natuur en met lagere huishoudelijke uitgaven. Een verhuizing naar buitenwijken, naar een goedkopere provinciestad, of zelfs een afgelegen (vakantie)dorp is populairder geworden. Denk bijvoorbeeld aan het Zoom Town-fenomeen.
|
We zijn benieuwd of jullie de bovenstaande verschuivingen ook waarnemen in je eigen werk of om je heen, en wat de coronapandemie heeft gedaan met je kijk op werk. En we zijn uiteraard nieuwsgierig naar aanvullende observaties die het bovenstaande kunnen verrijken. Laat het ons vooral weten in onze vernieuwde comments-sectie. De toekomst is van ons allemaal! Veel groeten, fijn weekend en tot volgende week. Christiaan Fruneaux & Edwin Gardner
|
|
Ik ga straks ff een bruggetje maken naar het vorige blog #0029 https://dechrononauten.nl/0029-2/
Dus als je de context van mijn reactie goed wil begrijpen raad ik je aan die eerst te lezen.
Jullie schrijven in dit artikel het volgende:
“Face-to-face omgangsvormen vertalen zich slecht naar het scherm, en dat is nog los van het feit dat vergaderen sowieso al geen ideale vorm is om zaken gedaan te krijgen.”
Is het niet zo dat ‘het scherm’ zo vermoeiend is, omdat het een fysieke èn virtuele barrière is tussen mensen? Zonder ‘het scherm’ is het al moeilijk genoeg om met/bij elkaar te zijn. We hebben namelijk te maken met afstand, waardoor we moeten reizen, de zwaartekracht waardoor we willen zitten, etiquette waardoor we ons gaan gedragen, licht waardoor we elkaar kunnen zien, tijd waardoor we elkaar kunnen herinneren, en lucht waardoor we elkaar kunnen horen en ruiken.
‘Het scherm’ is eigenlijk maar een truukje. Een ‘convenience-converter’, zou ik het willen noemen, waarbij je dingen omruilt voor een andere ervaring. Afstand blijkt opeens verdwenen, dus we reizen minder, en dus zitten we de hele tijd op één locatie die ook nog eens vaak ‘thuis’ is.
We geven op een stukje ‘privé’, en krijgen daar tijd voor terug.
We geven op, een stukje fysiek beweging (reizen), en besparen benzine en/of reiskosten.
We zijn thuis bij de kinderen en de hond, maar we laten ons afleiden door de kinderen en de hond.
En dan nu de brug naar jullie vorige artikel over de Metaverse.
Is de Metaverse niet gewoon een ‘geavanceerd scherm’?
Eén met nog meer omruil-effecten? Wie heeft er over nagedacht, of gaat er over nadenken wat zo’n Metaverse allemaal betekend voor ons als mens op lange termijn? Zijn de consequenties wel goed voor ons bestaan?
Ikzelf denk dat de aankomende Metaverse-hype nu al een doodgeboren kindje is. Het is namelijk allemaal gebaseerd op technologie die al bestaat, maar dan in een nieuw jasje.
Het idee snap ik wel, die behoefte om non-stop ‘online’ te zijn. Maar eigenlijk zijn wel al ‘online’ in een ‘-verse’ toch?
Dat noemen we toch gewoon ‘wakker’ zijn?
Zo’n scherm is dus een beetje als drugs. Het verschil is dat het niet onszelf veranderd, maar onze leefomgeving. Bij drugs gebruik gaan we ons lichaam en geest manipuleren voor een andere ervaring.
Als we echt vooruit willen met de evolutie enzo, dan denk ik dat we eerst het ethische obstakel tussen mens en machine van de taboe-plank af moeten gooien.
Ik denk dat we er meer baat bij hebben om onszelf te manipuleren dan onze omgeving zoal Meta gaat proberen. Onze omgeving is onderhevig aan natuurwetten die we niet kunnen manipuleren, dus laten we dat nou maar gewoon voor wat het is.
We zullen dus cyborg moeten willen worden, én toestaan dat technologie ons fysiek manipuleert. We zullen ons inspuiten met genetisch manipulerende middelen, die ons op technologisch niveau optimaliseert. Of computer chips met hun eigen neuro-netwerk implanteren, en met ons zenuwstelsel en/of brein verbinden om ons optimaal te laten denken en voelen.
Als laatste zullen we ons ook uiteindelijk moeten toevertrouwen aan geavanceerde Artificial Intelligence, powered by the Quantum Computers… Life 2.0 is born.
Ik voel nu al dat veel mensen hier een ‘mening’ over hebben, en dan vooral de vraag of dit allemaal wel etisch verantwoord is.
Of dat mensen denken dat ik maar een grapje maak…
Maar ok. Laten we ff zeggen dat we ons ‘veiliger’ voelen als we juist gaan voorkomen dat technologie ons gaat bedienen, en dus ten alle tijden de bediening zelf will houden. Wat bekend dat dan? Dat we onszelf bedienen? Dat lijkt ons geloof te zijn ja, maar is dat ook echt zo?
Hoeveel ‘vrijheid’ hebben we eigenlijk? Dit #0030 artikel alléén al staat vol met voorbeelden van situaties waar we nooit om hebben gevraagd en waar we toch mee te maken hebben nu zo opeens. Allemaal door beslissingen van mensen voor mensen.
We vinden de technologie ge-wel-dig, we willen allemaal het nieuwste en het beste. We zijn constant onder de indruk van wat technologie allemaal kan, we laten ons zelfs al wegbrengen door zelf-rijdende auto’s (over bedienen gesproken). Dus we hebben best al een enorm vertrouwen in de technologieën!
Het lijkt er zelfs op dat we vaak blijer zijn met onze technologie dan met elkaar! Dus waarom fronzen onze wenkbrauwen zo erg als we het hebben over Cyborgs en/of A.I.?
De Chrononauten zou zonder de twijfel aan het vertrouwen in mensen niet bestaan. Dus misschien is de Cyborg/A.I. suggestie nog helemaal zo gek nog niet?
Toch wel ook een bedankje aan mijn scherm. Ik werk in IT en zonder schermen had ik deze baan niet, of deze reactie niet kunnen schrijven. Zo weet de ironie van dit alles me toch wel weer goed te ‘beschermen’.
Ik realiseer me nu dat deze reactie eigenlijk beter past onder de nieuwsbrief #0029, maar ja.. het heeft hier ook wel een plaatsje vermoed ik zo…
Dat was het ff voor mij. Ik zwaai ff naar me zussie, want die heeft er op aangedrongen dat ik lid moest worden van deze ‘club’. En ik heb haar beloofd iet te reageren als ik wat te zeggen zou hebben.
Dag hoor!
Broertje! Ik zwaai ff terug. Ben blij dat je nu ook aanvaart dat je gewoon zélf een Chrononaut bent door zo’n verrukkelijke aansluitende reactie te plaatsen. Ik ga het straks nogmaals terug lezen maar op de volgende tekst kan ik al reageren: Je schrijft: “Als we echt vooruit willen met de evolutie enzo, dan denk ik dat we eerst het ethische obstakel tussen mens en machine van de taboe-plank af moeten gooien.” Heb je suggesties? Zelf loop ik al geruime tijd met de volgende hypothese rond: ‘Als de mens een machine is, dan zal hij machines uitvinden” Na het lezen van jouw tekst, zit ik nu opeens te denken; durven wij onszelf eigenlijk wel af te vragen of we feitelijk zélf een machine ZIJN? Zijn we daar al? Of is dát nog het taboe?
Interessante reactie, en dank aan je zus om je op ons te attenderen.
Je betoog voor een soort transhumanisme is een interessante. Het is in ieder geval absoluut een discussie die we op dit moment opportuun is om te voeren.
Je kan inderdaad zeggen dat we nu al deels cyborg zijn, met onze huidige verweving en (emotionele) afhankelijkheid van technologie. Dus de vraag is gerechtvaardigd wat we winnen en/of verliezen we deze lijn doorzetten.
Ik vraag me wel meteen af of emotionele nabijheid een goed argument is om onszelf technologisch/biologisch te augmenteren. Als je wilt dat de ‘afstand’ tussen onszelf en de ander kleiner wordt is het misschien beter om naar binnen te kijken om bepaalde psychisch-emotionele barrieres en trauma’s in onszelf ‘op te lossen’ die in de weg staan van een betekenisvolle connectie.
Ook de vraag in wat voor maatschappelijke situatie we terecht komen als sommigen zich technologisch/biologisch laten augmenteren en anderen niet lijkt me relevant. Komt dit verschil voor uit smaak, ideologie of economische ongelijkheid?
Wat betekend deze groeiende verschillen dan tussen mensen of tussen mensen en post-mensen voor onze samenleving? Geaugmenteerde mensen zullen een andere waarneming hebben van de wereld en de natuur en ook andere mogelijkheden om met deze wereld te engageren. Dit kan leiden tot cultureel onbegrip en machtsongelijkheid.
Wat niet wil zeggen dat ik er negatief tegenover sta. Ik kan me ook hele mooie werelden voorstellen van een eindeloos diverse mensheid.
Persoonlijk vind ik hier de visie van Dan Simmons wel een interessant referentiekader. In zijn Hyperion Cantos onderzoekt hij een hele aantrekkelijke visie van een eindeloos diverse mensheid dat zich door het Universum verspreid, met allerlei geaugmenteerde en specialistische subsoorten. (Dat gezegd, als we werk willen maken van de mens als ruimtereiziger moeten we nadenken over transhumanisme. Want het huidige menselijke lichaam is niet echt geschikt voor buitenaardse verblijf.)
Anyway, genoeg stof tot nadenken lijkt me. To be continued dus.