👋 Hallo, Ed en Chris hier. Het hier en nu is een moment dat eeuwen beslaat. In deze nieuwsbrief zoomen we uit en duiden we onze veranderende wereld door de bril van de langetermijndenker en met de gereedschapskist van de speculatieve maker.
Welkom in 02023. Door een griepje waren we er opeens vier weken tussenuit in plaats van drie. Voor degenen die afgelopen zaterdag vol spanning hun mailbox hebben doorzocht – sorry. Dat gezegd, wat is één week in het licht van het Lange Nu?
We beginnen het nieuwe jaar met vrolijk nieuws. We hebben de kunstmuur van de Tolhuistuin in Amsterdam Noord mogen behangen met een preview van de toekomstgids die we maken met graphic novellist Jan Cleijne. Dit jaar komt de gids (eindelijk!) uit.
Als je de komende 3 maanden van het Buiksloterwegpontje A’dam Noord in fietst, word je verwelkomd door een 30 meter lange toekomstdroom. Het is mooi geworden, al zeggen we het zelf, waarvoor dank aan de Tolhuistuin 🙏🏾
Om dit mooie begin van 02023 in te luiden hebben we deze week wat gedachten en reflecties op ‘papier’ gezet over de stad als speculatief en futuristisch project.
⟻ SPECULATIVE PECULIARS ⟼
Dit stuk is onderdeel van een nieuwe redactionele categorie waarin we schrijven over de speculatieve kunsten en het futurologische vakgebied. Zie hier voor meer artikelen in deze reeks.
De Stad als Toekomstdroom
🔮
Nergens is groei zo tastbaar als in een stad. Steden zijn kunstmatige plekken. Enorme artefacten waar de planetaire biosfeer niet meer is dan een echo van een lang vergeten droom. Een stad is een interieur. Een plek waar het sterrenlicht wordt tegengehouden door kunstlicht.
Of, zoals Rem Koolhaas het in Delirious New York verwoordde: ‘Manhatttan is the product of an unformulated theory, Manhattanism, whose program – to exist in a world totally fabricated by man, i.e., to live inside fantasy – was so ambitious that to be realized, it could never be openly stated.’
Een stad is, in de kern, menselijke fictie. Fantasie. Deels geschreven in asfalt, glas, plastic, beton en silicium, deels in blogs, kranten, romans, kunst, ideologieën, wet- en kookboeken. De stad is een collectieve koortsdroom. Iets wat uit onszelf is voortgekomen. Het is een poging de wereld die ons gegeven is te overschrijven met ons eigen verhaal.
Steden zijn notoir moeilijk te navigeren. Het zijn plekken waar veel mensen verdwalen en moeite hebben om zich thuis te voelen. Dat is niet verwonderlijk, want hoe kan je je thuis voelen in een droom die niet de jouwe is?
Alles in een stad is bedacht, ontworpen, gemaakt, vervoerd, gekocht en gebruikt door mensen. Niets staat er zomaar, zoals een berg ergens staat. Of zoals, in vroegere tijden, een boom gewoon ergens kon staan. Alles in een stad is doorspekt met ontelbare lagen culturele betekenis. Alles heeft meerdere intenties, alles wordt driedubbel geclaimd. En je moet je overal op een of andere manier toe verhouden. Voor veel mensen is dit vermoeiend.
Voor andere mensen is de stad, juist vanwege de diepe culturele gelaagdheid, een warm bad. Een plek van ontdekking, raadselachtigheid, verwondering, inspiratie en ontmoeting. Een etalage van alles wat de mens mens maakt – een plek waar de condition humaine zichzelf in al zijn ontroerende en pijnlijke groteskheid manifesteert. Wij rekenen onszelf tot deze laatste soort.
Om deze redenen maakten we vroeger, voordat onze huidige futurologiepraktijk gestalte kreeg, samen met een groep vrienden subjectieve stadsgidsen, o.a. voor Beiroet, Amsterdam, Warschau en Tokio.
Het idee achter deze gidsen was dat steden diep emergente plekken zijn die onmogelijk objectief in kaart kunnen worden gebracht. Niet alleen omdat er op ieder gegeven moment te veel gaande is om te kunnen meten of berekenen, maar ook omdat het plekken zijn waar de ontastbare binnenwereld en de tastbare buitenwereld zich vermengen. Steden zijn immers zowel opgestapelde stenen als opgestapelde verhalen. Steden zijn diepe subjectieve zinkgaten in het objectieve weefsel van de werkelijkheid.
De enige manier om een stad te navigeren, zo schreven we in het voorwoord van Tokyo Totem, is om ’m je eigen te maken. Om je eigen verhaal, je eigen subjectiviteit, te verweven met die van de stad. De subjectieve gidsen waren bedoeld als een soort gereedschapskist hiertoe.
Onze toekomstgids Amsterdam in 2091, die we maken met Jan Cleijne, ligt in het verlengde van dit oude gidsproject.
Het is uiteraard deels een poging om de historische trends en verschuivingen die wij zien om te zetten naar een positieve toekomstverbeelding. Door de trends te vertalen naar alledaagse toekomstige situaties, met alledaagse mensen, hopen we een beter inzicht te krijgen in wat de toekomst ons kan brengen.
Maar het is ook een poging om een nieuwe speculatieve of ideologische laag toe te voegen aan onze gezamenlijke verbeelding van wat een stad kan zijn, wat Amsterdam kan zijn, wat het in zich heeft. Een laag die hopelijk resoneert bij dromers, denkers en doeners die zich identificeren met de stad en deze willen verbeteren. Zodat fictie feit wordt.
Net als de subjectieve gidsen is onze toekomstgids een gereedschapskist om je de stad eigen te maken. Want een stad is gebouwd op dromen en verhalen, waaronder die over de toekomst.
Een beproefde manier om een stad te navigeren is om in te tappen in de stad als literaire entiteit, of entiteiten, want vaak hebben ze er meerdere.
Een stad als Parijs kan je navigeren als een bohemien, avant-gardistisch en Situationalist weefsel, kijkend door de Romantische bril van Victor Hugo, Charles Baudelaire, Céline, Van Gogh, Édith Piaf, George Orwell, Hemingway en Debord. En zo kan je Londen navigeren door de magisch-realistische lens van William Blake, Charles Dickens, Lewis Carroll, Peter Ackroyd, Ben Aaronovitch en J.K. Rowling. Of New York als een magische Neo-noir plaats delict – denk The Matrix, Dark City, Batman, Michael Clayton of bijvoorbeeld het werk van Paul Auster.
Als de literaire en artistieke identiteit van een stad resoneert, dan is de kans groot dat deze immense, onkenbare en diep mysterieuze wereldsteden je zullen verwelkomen als één van hun lang verloren kinderen. Waarna de stad, jouw levensstijl in zich opnemend, weer meer wordt zoals je het je ooit voorstelde.
Feit volgt fictie, en andersom.
In De Duistere Steden, een stripreeks van François Schuiten en Benoît Peeters, zijn steden architectonische mysteries, vol cruisende zeppelins, onmogelijk hoge wolkenkrabbers, eindeloze gelaagdheid, en labyrintische bibliotheken. De steden hebben kathedraalachtige interieurs zonder einde, afgewisseld met intieme werkplaatsen en huiskamers.
De esthetiek van De Duistere Steden bouwt voort op het werk van o.a. Jules Verne, M.C. Escher en Jorge Luis Borges. Het is fictie, pure fantasie, maar het zijn tegelijkertijd formidabele gidsen naar steden als Parijs en Brussel. Door de onmogelijke complexiteit van steden als Parijs en Brussel aantrekkelijk te maken, esthetisch te duiden, geven ze je een emotionele ingang om je hier thuis te voelen.
En ook hier volgt feit fictie. Want in 1994 nodigde Parijs François Schuiten uit om het metrostation Arts en Métiers, op lijn 3 en 11, te herontwerpen in de stijl van De Duistere Steden. In de fantastische met koperplaten bedekte metrohalte wordt aan eenieder duidelijk dat steden pure fictie zijn; complexe verhalen die zijn ontsproten aan onszelf.
De esthetiek van De Duistere Steden is verwant aan Steampunk, een subgenre in de speculatieve kunsten dat teruggrijpt op de 19de-eeuwse esthetiek van het Victoriaanse stoomtijdperk. Het is deels retrofuturisme, maar vooral alternative history – een stroming waarin men zich afvraagt hoe de wereld eruit had gezien als het linksom was gegaan, in plaats van rechtsom. Steden als Parijs en Brussel passen deze terugverlangende esthetiek als een handschoen.
Een andere metropool met een sterke speculatieve identiteit is Tokio. Tokio is mede vormgegeven door een krachtige cyberpunk-onderstroom. Het is, naast alle andere dingen die het uiteraard ook is, het dystopische decor van de cyborg-toekomst en de robot-Apocalyps. Maar cyberpunk is niet alleen decor. Het is intiem met de stad verweven. Het is de enige plek waar mensen, zonder blikken of blozen, zeggen te willen trouwen met een digitaal construct.
Voor velen is Tokio een high-res visioen van wat komen gaat. Of zoals William Gibson, auteur van Neuromancer en één van de grondleggers van cyberpunk, zegt: ‘The Future has arrived – it’s just not evenly distributed.’ En in Tokio heeft de toekomst een grote dichtheid, volgens Gibson. Maar de toekomst die Tokio symboliseert is die van een alles omvattende kunstmatigheid. Een virtuele plek waar mens en robot één zijn geworden en waar we onszelf hebben geüpload in een fantasie die tegenwoordig metaverse heet.
Het is een toekomst die in het verlengde ligt van de groeisamenleving, waarin de planetaire biosfeer is overschreven door kunstmatigheid, door een droom die langzaam veranderde in een nachtmerrie. In ieder geval, dat zullen de Romantici onder ons vinden.
En dat is belangrijk, want de mensheid wordt Romantischer. De dominantie van de Homo Economicus is tanende. De Homo Romanticus is in opkomst – de betekeniszoekende mens die niets liever wil dan samenvallen met zichzelf, zijn gemeenschap en de natuur. De zoektocht naar economische veiligheid wordt steeds minder belangrijk, de zoektocht naar emotionele veiligheid steeds meer.
Onze aankomende toekomstgids heeft als werktitel: Amsterdam in 2091, Alles Komt Goed, Indrukken uit de Gewortelde Tijd. Het is een speculatief onderzoek naar hoe de wereld eruit zou zien als de Homo Romanticus dominant wordt. Wat gebeurt er als economische veiligheid niet langer het einddoel is, maar slechts het emotionele, gemeenschappelijke en ecologische welbevinden ondersteunt? En hoe vindt die culturele transitie plaats?
De gids is, zoals gezegd, ook een poging om Amsterdam een nieuwe speculatieve identiteit te bieden – of hiertoe in ieder geval een aanzet te geven. Het verkent ideologische en esthetische trends die passen bij een gelijkwaardige en duurzame samenleving. We vertalen ze naar allerlei toekomstige indrukken om onszelf in het hier en nu te inspireren. Zodat het onderdeel wordt van onze verbeelding van wat mogelijk is en zich vervolgens kan vertalen naar concrete praktijken.
Hoe gaaf als we over 10 jaar Amsterdam kunnen navigeren als een tastbare hallucinatie van een betere wereld?
Nieuwe Redactionele Opzet
🗂
Het is jullie misschien opgevallen dat tussen de introductie en het hoofdartikel een redactioneel kadertje is toegevoegd, waarin staat dat het artikel valt onder een nieuwe redactionele categorie genaamd ‘Speculative Peculiars’.
Deze week beginnen we namelijk met een nieuwe opzet voor de wekelijkse dosis langetermijndenken. Eentje die jullie beter meeneemt in ons historisch-futuristische denken. In ieder geval, dat is het idee: dat jullie het onderwerp waarover we schrijven beter kunnen plaatsen in het Lange Nu.
Naast ‘Speculative Peculiars’, waarin we reflecteren op de speculatieve kunsten en het futurologisch vakgebied, hebben we de volgende drie categorieën geïdentificeerd, die corresponderen met de drie belangrijkste verschuivingen van onze tijd:
‘De Turing Tijd’, waarin we reflecteren op de fundamentele gevolgen voor de samenleving van de introductie van een nieuwe informatietechnologie.
‘De Homo Romanticus’, waarin we schrijven over ons verschuivende mens- en wereldbeeld en wat dit betekent voor de samenleving.
‘De Poreuze Stad’, waarin we schrijven over wat het allemaal betekent om duurzaam en natuurinclusief samen te leven.
Uiteraard zullen sommige artikelen aan meerdere verschuivingen raken. We hopen dat jullie zodoende een beter inzicht krijgen in ons achterliggende gedachtengoed en daarmee – als ons denken hout snijdt – in de krachten die onze samenleving voortstuwen.
Binnenkort zullen we ons online archief ook volgens bovenstaande categorieën gaan ordenen.
NB: ‘Speculative Peculiars’ was ook de naam van een programma dat Christiaan ooit maakte met curator Femke Lutgerink.
Tot zover,
Liefs, Edwin en Christiaan ❤️
Happy new 02023! Wat een mooi boek gaat dat worden en wat een toffe muur is dat geworden bij de Tolhuistuin.