Hallo, Ed en Chris hier 👋🏾 Het hier en nu is een moment dat eeuwen beslaat. In de Atlas van het Lange Nu schrijven we daarom over historische onderstromen, maatschappelijke denkramen en inspirerende toekomstscenario’s.
Deze week delen we wat gedachten over de Onderzeebootsamenleving, een claustrofobisch scenario over controle en kameraadschap.
De staat van de planetaire biosfeer is fragiel, op zijn zachts gezegd. De mensheid heeft eigenlijk geen bewegingsruimte meer over en willen we de boel niet voor lange, lange tijd verpesten dan moet de komende vijftig jaar alles goed gaan.
Dit gebrek aan armslag wordt alleen maar groter naarmate de wereldbevolking groeit naar 9 of zelfs 11 miljard mensen – mensen die allemaal een Westerse levensstandaard ambiëren.
Tegelijkertijd moeten grote delen van het land- en zeeoppervlak worden teruggegeven aan de natuur, zodat ecosystemen zichzelf ongestoord kunnen helen. Dat betekent dat een groeiend aantal mensen moet leren samenleven en samenwerken op een krimpend oppervlak.
Waardeketens moeten verduurzaamd worden en circulair worden gemaakt. Dit alles roept complexe controle- en compliance-vraagstukken op in een wereld die technologisch, economisch, cultureel en politiek is gefragmenteerd.
In andere woorden: heel veel mensen met heel veel spullen in een hele kleine ruimte vereist hele strenge regels en dito afdwinging, of een hoog gemotiveerde samenleving met een grote mate van socialisatie en burgerschap. Of een mix van die twee.
Tijdens het schrijven van deze notitie kwamen we op een analogie voor dit beklemmend relevante toekomstbeeld: de onderzeeboot.
Welkom in de Onderzeebootsamenleving
In 02012 deden wij een subsidieaanvraag bij de Japan Foundation voor het organiseren van een workshop in Tokio, getiteld Still City Project. Met de workshop hoopten we meer inzicht te krijgen in mogelijke post-groeiscenario’s.
Dit waren de eerste zinnen van de aanvraag:
Recently, the world witnessed two major events:
- Since 02008 – for the first time in history – more than half of the world’s population lives in towns or cities. A condition that is altogether new, and fully transformative for social, political, and psychological conditions. City life becomes the quintessential human experience.
- In October 02011 the seventh billion person was born. Currently we have cultivated 43 percent of the earth’s ice-free landmass. Consider the impact on our planetary resources when humanity grows from seven billion to nine billion in 02045.
Both these developments pose challenges to our natural environment, and to the way we organize extraction, production, distribution and consumption of materials and products. How to provide for the needs of concentrated billions, while at the same time restoring biodiversity and reversing climate change?
Dit schreven we begin 02012. En op 15 november 02022 werd Vinice geboren op de Filipijnen, de symbolische 8 miljardste wereldburger. In 11 jaar tijd is de wereldbevolking weer met een miljard mensen gegroeid. De vraag die wij onszelf toen stelden is dus relevanter dan ooit.
Volgens VN-projecties gaat de wereldbevolking door de demografische transitie iets voor 02100 pieken rond de 10,4 miljard mensen.
Hoe creëer je omstandigheden waarin deze 10,4 miljard mensen op een veilige, waardige en betekenisvolle manier kunnen samenleven op zo’n manier dat je tegelijkertijd de biosfeer regenereert en klimaatverandering omdraait?
Hoe de antwoorden op deze vraag ook luiden –consuminderen, regeneratieve landbouw, deeleconomie, cellulaire agricultuur, biologische afbreekbaarheid, en/of circulaire waardeketens – de effectiviteit valt of staat bij compliance. Dat is industriejargon voor het voldoen aan de wet- en regelgeving en geldende standaarden.
Het gaat dus over controle.
In 02012 gingen we naar Japan omdat de Tokyo Metropolitan Region met ongeveer 36 miljoen mensen indertijd als de grootste stad ooit werd beschouwd. Groei is er heel tastbaar. En omdat het ook de hoofdstad was van een krimpende economische wereldmacht hoopten we inzicht te krijgen in zowel groei- als postgroei-condities.
Tegenwoordig geldt de Greater Bay Area in de Pearl River Delta met 71 miljoen mensen als de grootste megalopolis aller tijden. Het is een aaneengesloten conglomeratie van maar liefst 9 megasteden, waaronder Hong Kong, Guandong en Shenzhen. De verwachting is dat het aantal megalopolissen alleen maar zal toenemen, met name in Afrika.
Hoe zorg je ervoor dat deze megalopolissen op een duurzame manier worden bevoorraad zonder al te veel verspilling en zonder dat de afvalstromen de oceaan en/of de atmosfeer instromen? En zonder dat we elkaar in de weg gaan lopen en vervolgens de kop inslaan.
Door controle. En dat kan op twee manieren: door top-down-controle of bottom-up-vertrouwen.
In een onderzeeboot moeten veel mensen een lange tijd samenleven en samenwerken in een kleine, nauwe en afgesloten ruimte, die tot de nok is volgestouwd met apparatuur. De foutmarge is nihil. Product- en afvalstromen worden streng gecontroleerd en zijn zo mogelijk circulair. Zelfs de uitgeademde CO2 wordt uit de lucht gefilterd en opgeslagen.
Een onderzeeboot is een technologische bubbel. Het is een wereld op zich waar alles aanwezig moet zijn om wekenlang zelfvoorzienend te kunnen zijn, zoals zuurstof, drinkwater, voedsel en energie. En als ze van poep weer pap konden maken, zouden ze het ongetwijfeld doen.
Het is ook een sociologische bubbel; een stalen koker waarin 50 mensen wekenlang geïsoleerd en hutjemutje samen moeten leven en werken. Het is een wereld van voorschriften, routines en procedures. Een plek waar elke beweging wordt gecoördineerd en elke handeling driedubbel wordt gecontroleerd.
Om dit alles in goede banen te leiden zou je verwachten dat onderzeelieden daarom werken volgens een strakke militaire hiërarchie en met een ijzeren discipline. De kleinste fout betekent immers een boot vol water of een vijandelijke torpedo aan je broek. Maar dit is slechts deels waar.
Menno Mertens, commandant van de Zr.MS. Zeeleeuw, een van de vier onderzeeboten van de Nederlandse marine, zegt in dit interview met de Militaire Courant het volgende over het militaire onderzeebootleven:
Onderzeedienst is broederschap. Er is weinig hiërarchie en iedereen is heel sociaal. Ik spreek bijvoorbeeld de jongste matroos regelmatig, juist omdat er zo’n ontspannen sfeer aan boord is. Dat is ook nodig, want je kunt geen conflicten aan boord hebben. We letten dus goed op elkaar en praten veel.
En:
Voor kameraadschap zit je bij de onderzeedienst goed, want iedereen is gepassioneerd met zijn werk bezig. Op het tussendek drink ik met iedereen een kop koffie, maar als het spannend wordt, voegt iedereen zich weer in zijn rol. Op de commandocentrale, in het hart van de boot, gaan we wel formeel met elkaar om. Daar is de hiërarchie wel duidelijk aanwezig.
Bij de onderzeedienst word je geselecteerd op je sociale vaardigheden. Net zoals astronauten, voor wie technisch vernuft niet de belangrijkste asset is, maar hoe aardig je bent. Mertens beschrijft zichzelf als een sociale kameleon die zich makkelijk kan voegen naar de mensen om hem heen.
Op een onderzeeboot wordt compliance dus ‘afgedwongen’ door een culturele combinatie van informeel kameraadschap en broederschap en een formele hiërarchie. (Met een krijgsraad als ultieme stok achter de deur.)
De kleine en uniforme wereld van een militaire onderzeeboot klinkt waarschijnlijk niet als een werkbare analogie voor de mensheid. Iedereen op een onderzeeboot is jarenlang getraind en gesocialiseerd en alle taken zijn strak afgebakend.
Maar het gaat ons hier om de culturele combinatie van informele saamhorigheid en een formele hiërarchie die samen een zelfvoorzienend systeem faciliteren in een operationele ruimte waar de foutenmarge nihil is.
Dit vertoont gelijkenissen met de akelige situatie waarin we onszelf hebben gemanoeuvreerd, vis-à-vis de biosfeer. Ook wij moeten het antwoord wellicht zoeken in een culturele combinatie van informeel planetair burgerschap en een soort formele hiërarchie, dat compliance zou kunnen afdwingen als dat noodzakelijk is.
Universeel informeel burgerschap klinkt totaal anachronistisch, als een artefact uit het midden van de vorige eeuw. En de vorming van een mondiale hiërarchie, à la een wereldregering, klinkt uiteraard al even onrealistisch. Leven we niet in een tijd van toenemende fragmentatie en confrontatie?
We leven in ieder geval in een tijd van toenemende, bijna universele connectiviteit. Niet eerder in de geschiedenis waren zoveel mensen met elkaar verbonden, via een communicatieplatform dat opereert met de snelheid van het licht: het internet.
Via een ongelofelijk netwerk van zendmasten, satellieten, (zee)kabels, mobiele telefoons, lap- en desktops zijn 5,5 miljard mensen met elkaar verbonden. We zijn nu nog van elkaar verwijderd door een paar tikken op een toetsenbord, maar binnenkort voelt dat wellicht al als te veel moeite. Dan praat je gewoon tegen je interface, als dat beter bij je past.
Hoewel het World Wide Web – het geheel van onderling verbonden websites dat je bezoekt via je browser – commercieel, cultureel en politiek is gefragmenteerd, is de hardware die het allemaal mogelijk maakt dat niet. Dat is een systeem dat is gebouwd op allerlei universeel geaccepteerde protocollen.
Als we het World Wide Web kunnen ‘fixen’, kunnen omvormen tot een gezonde digitale publieke ruimte die de samenleving bij elkaar brengt in plaats van versplintert, creëren we dus potentieel ook een platform waarop een universeel burgerschap zou kunnen groeien. (De technische infrastructuur ligt er al en het ligt in de lijn der verwachtingen dat onderlinge taal- en cultuurverschillen worden gladgestreken door AI-moderatie.)
We hebben al veel geschreven over hoe een Universele Data Commons (UDC) het World Wide Web kan omvormen tot een gezond digitaal publiek domein. Dat is eigenlijk de enige plek waar een soort informeel planetair burgerschap kan ontstaan – een universeel gevoel van behoren, lotsbestemming en onderling vertrouwen.
Voor nieuwe abonnees: een Publiek Domein is sociaalwetenschappelijk jargon voor – en dit is onze eigen definitie – een veilige, transparante en toegankelijke ruimte waar kenbare mensen op zo’n manier samenkomen dat er: (1) op een rationele manier informatie wordt gedeeld en geduid; (2) waarden en normen worden afgestemd zodat een gedeeld gevoel van behoren ontstaat; (3) mensen hier zowel zichzelf als elkaar herkennen als vrije en gelijkwaardige burgers; (4) publieke besluit- en uitvoering wordt gecontroleerd en wordt gelegitimeerd.
Een Universele Data Commons is een technisch en sociaalwetenschappelijk scenario waar wij sinds een jaartje aan werken en dat, potentieel, van het internet een gezond Publiek Domein kan maken. Het UDC bestaat uit een gefedereerde ‘blockchain-achtige ledger’ van datakluizen die door het opleggen van allerlei standaarden voor inloggen en databeheer een transparante, toegankelijke en veilige ruimte creëert waar een gemeenschap kan ontstaan.
Waar we minder over hebben geschreven is dat een Universele Data Commons, zoals een blockchain, ook een formele hiërarchie is die op een transparante manier onderlinge contracten, afspraken en rolverdelingen kan vastleggen en afdwingen. Zelfs hele waardeketens – inclusief alle grondstof-, fabricage-, distributie-, geld- en afvalstromen – kunnen op deze manier worden gecoördineerd, gecontroleerd en gehandhaafd.
Stel je voor hoe de moleculen waaruit je iPhone bestaat in de UDC terug te traceren zijn tot bijvoorbeeld de mijnbedrijven die ze hebben gedolven. En dat te allen tijde het eigenaarschap van een product, of halffabricaat, publieke informatie is. Met alle verantwoordelijkheid ten opzichte van duurzaamheid en fairness die daarbij komt kijken. En dat, als die verantwoordelijkheid wordt ontdoken, de UDC onmiddellijk algoritmisch handhaaft.
Kortom, een UDC heeft zowel de potentie – opnieuw: net als een blockchain – om een wereldwijde informele gemeenschap te creëren alsook om een strakke formele hiërarchie op te leggen.
Hoe sneller de wereldwijde demografische transitie zich voltrekt, hoe eerder en hoe lager de wereldbevolking piekt, en hoe lichter de druk op de planetaire biosfeer is. (9 miljard mensen met een iPhone is toch net wat beter voor de aarde dan 11 miljard mensen met zo’n ding.)
De demografische transitie wordt versneld door toegang tot onderwijs, voorbehoedsmiddelen, gezondheidszorg en financiële zekerheid. Hoe sneller dit iedereen bereikt, hoe sneller de kloof tussen het geboorte- en sterftecijfer zich zal dichten.
Stel je voor dat iedereen op aarde zijn eigen datakluis heeft die verbonden is aan een UDC, waardoor men in real time inzicht heeft in wie, wat, waar nodig heeft. Zo kan de demografische transitie zich zo snel mogelijk voltrekken.
Dit inzicht hoeft overigens niet ten koste te gaan van privacy. Het kan anoniem of statistisch worden bepaald, of mensen kunnen ervoor worden betaald.
Hoewel we ons een UDC voorstellen als een commons, geregeerd door een vorm van directe democratie, kan zoveel potentiële controle als benauwend worden ervaren.
Maar stel je voor dat een UDC ons ook bevrijdt van lock-in effecten, walled gardens, fake news, online harassment, etc. Dat is de trade-off die je maakt.
Bovendien, we leven niet meer in een tijd van onbegrensde vrijheid. We leven namelijk op een overbevolkte en begrensde planeet. Het overschakelen naar een onderzeebootlogica is misschien wel onze enige optie.
Tot zover deze bespiegeling.
❤️
Edwin en Christiaan